Oefentoets H1

Samenvatting 
Wat heb je nodig:
Leerboek

Je werkt alleen en in stilte

3 vwo par 4 en 5
3 havo par 4


timer
10:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting 
Wat heb je nodig:
Leerboek

Je werkt alleen en in stilte

3 vwo par 4 en 5
3 havo par 4


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoets H1 VS

Slide 2 - Tekstslide

vraag 1
Bekijk de afbeelding op de volgende dia

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is GEEN VOORBEELD VAN EEN KLIMAATFACTOR?
A
Reliëf
B
hoogteligging
C
Breedteligging
D
verwoestijning

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 2
Bekijk op de volgende dia de twee afbeeldingen

Slide 6 - Tekstslide

Neerslag
Bevolkingsdichtheid

Slide 7 - Tekstslide

vraag 2
Welk verband bestaat er tussen de hoeveelheid neerslag en bevolkingsdichtheid?

Slide 8 - Open vraag

Vraag 3
Bekijk de afbeelding in de volgende dia

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 3
Je kunt zien dat de VS veel verschil heeft in reliëf.
Het reliëf heeft invloed op het klimaat.
In bepaalde delen van de VS komt dat er stuwingsneerslag voor.
Leg uit aan welke kant van het gebergte deze stuwingsneerslag voorkomt.
Antwoord in de volgende dia:

Slide 11 - Tekstslide


A
droge zijde
B
slagzijde
C
loefzijde
D
lijzijde

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 4
Bekijk de volgende afbeelding

Slide 13 - Tekstslide

Afbeelding A
Afbeelding B

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 4 Welke afbeelding geeft stuwingsneerslag weer? Aof B
A
deze afbeelding
B
deze afbeelding

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 5
Geef de twee juiste kenmerken die bij een orkaan behoren.
A
oog
B
boven land
C
26,5 graad
D
Schaal van beaufort

Slide 16 - Quizvraag

Vraag 6
Welke twee kenmerken behoren bij een Tornado?
A
50 m doorsnede
B
boven zee
C
1500 km in doorsnee
D
warme en koude lucht botsen

Slide 17 - Quizvraag

vraag 7
maak de volgende dia de sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de getallen en woorden naar de goede plek in de afbeelding
aanlandige
4
-2
16
aflandige

Slide 19 - Sleepvraag

vraag 8
maak de volgende dia de sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Op reis van New York naar San Francisco zie je grote verschillen in......
De windkant van een gebergte met veel neerslag.
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
Wind vanaf land. Heet ook aflandige wind.
Boven land kan de lucht erg ........ maar ook erg ......... worden.
Reliëf 
Loefzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw
Landschapszone langs de 40e breedtegraad
Landwind
Warm en koud
Landschapszone langs de 30e breedtegraad

Slide 21 - Sleepvraag

vraag 9
maak de volgende dia de sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Waar
Niet waar
Eén van de oorzaken van de grote verschillen in temperatuur binnen de V.S. is de breedteligging.
De grote temperatuurverschillen worden veroorzaakt doordat de 
versterkende werking van oceaanwinden op de temperatuur het binnenland niet bereikt. 
In de winter waaien er juist warme, vochtige 
northerns vanaf de Grote Oceaan het land binnen.
Langs de westkust waait een aflandige wind.

Slide 23 - Sleepvraag

vraag 10

Slide 24 - Tekstslide

a Een stad in de Verenigde Staten heeft een gemiddelde wintertemperatuur van –1 °C en een gemiddelde zomertemperatuur van 22 °C. Welke stad is dit:
A
Los Angeles
B
Seattle
C
Denver
D
Chicago

Slide 25 - Quizvraag

b Leg je keuze bij vraag 1a uit voor de wintertemperatuur. Gebruik in je uitleg de factor ligging ten opzichte van de zee.

Slide 26 - Open vraag

Van binnen naar buiten bestaat een Amerikaanse stad uit
A
CBD, centrale stad, suburbs
B
Centrale stad, downtown, suburbs
C
stadscentrum, CBD, downtown
D
suburbs, centrale stad, downtown

Slide 27 - Quizvraag

De centrale stad wordt gekenmerkt door
A
rechte brede straten met veel hoogbouw, veel mensen op straat
B
bochtige wegen met veel luxe vrijstaande huizen
C
veel flats of vervallen vrijstaande huizen en rechte wegen

Slide 28 - Quizvraag

Het gemiddelde inkomen is het hoogste in
A
de gele wijken
B
de rode wijken
C
de blauwe wijken

Slide 29 - Quizvraag

Suburbanisatie werd mogelijk door
A
de opkomst van de stoomtrein
B
de opkomst van de auto
C
de grote hoeveelheid ruimte in de VS
D
de oprichting van suburbs

Slide 30 - Quizvraag

einde toets

Slide 31 - Tekstslide