31 03 2022 formuleren H6_lastige verwijswrd

hv 1r
Welkom


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

hv 1r
Welkom


Slide 1 - Tekstslide

Lekker lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma 


  • Lezen
  • huiswerk: lastige verwijswoorden
  • starttoetsje: wat weet je van woordsoorten





Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van deze les ....
...heb je geleerd verwijswoorden correct te gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Starttoetsje woordsoorten
lw: lidwoord
zn: zelfstandig naamwoord
bn: bijvoeglijk naamwoord
bz.vnw: bezittelijk voornaamwoord
ps.vnw: persoonlijk voornaamwoord
ww: werkwoord
vz: voorzetsel

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk
welke onderdelen vond je moeilijk? 

Slide 6 - Tekstslide

Quiz in groepjes van drie: 
  1. één persoon logt straks in op de quiz van LessonUp.
  2. voordat jullie antwoord geven, overleg je. Het gaat hier niet om snelheid, maar om de reden voor het antwoord. Welke regel heb je toegepast?
  3. winnaars krijgen beloning.

Slide 7 - Tekstslide

Laatste check...! hen/hun
  1. Ik geef het huiswerk terug aan ......
  2. Ik geef .... het cadeautje.
  3. Ik informeer .... altijd op tijd als ze een toets hebben. 

Slide 8 - Tekstslide

Ik geef het huiswerk terug
aan Naomie en Els.
Wat is het meew. vw?
A
het huiswerk
B
aan Naomie en Els
C
Naomie en Els
D
geef terug

Slide 9 - Quizvraag

Ik geef .....het huiswerk terug.
A
ze
B
hen
C
hun

Slide 10 - Quizvraag

Ik geef het huiswerk terug aan ......
A
ze
B
hen
C
hun

Slide 11 - Quizvraag

Het mooiste Nederlandse eiland ......ik ken is Schiermonnikoog
A
die
B
dat
C
wat

Slide 12 - Quizvraag

Het enige .... ik je vraag is een ijsje.
A
wat
B
dat
C
die

Slide 13 - Quizvraag

De ouders .... ik meerijd, wonen in IJsselstein.
A
waarmee
B
met wie
C
met hen

Slide 14 - Quizvraag

Het meisje waarover ik je vertelde, is nu verhuisd.
A
Dit is goed
B
Dit is fout: 'waarover' moet 'over wie' zijn
C
Dit is fout: 'waarover' moet 'waarvan' zijn.

Slide 15 - Quizvraag

Maak een zin met HUN als meew. vw.

Slide 16 - Open vraag

Vul de vergrotende en de overtreffende trap in van 'boos' en van 'weinig'

Slide 17 - Open vraag

De regering en .... ministers komen vandaag bij elkaar.
A
hun
B
haar
C
zijn

Slide 18 - Quizvraag

Het comité vroeg .... leden om raad.
A
haar
B
zijn
C
hun

Slide 19 - Quizvraag