In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Toets thema 5 - Waarneming
Slide 1 - Tekstslide
Een zintuig is een orgaan dat prikkels opvangt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Bloedvaten komen voor in de kiemlaag van de huid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Annette pakt haar pen op. Zij voelt haar pen, door haar tastzintuigen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Nieuwe cellen ontstaan in de lederhuid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Barbara heeft bruine ogen. Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Als je verkouden bent, kun je niet goed proeven of er suiker in je thee zit
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Eliah dekt één van zijn ogen af met zijn hand. Met het andere oog kijkt hij rond. De pupillen van zijn ogen zijn nu niet even groot.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Als je minder eet dan nodig is, wordt er reservevoedsel (vet) gebruikt. Waar zit dat vet in je lichaam?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel
Slide 12 - Quizvraag
Buiten op straat kun je veel verschillende geuren tegenkomen. Bij een tankstation ruik je bijvoorbeeld benzine en bij de bakker ruik je gebak. Doordat benzine uit andere stoffen bestaat dan gebak ruiken ze allebei verschillend. Hoe neemt je lichaam waar dat benzine en gebak verschillend ruiken?
A
Doordat de geur van benzine ook je pijnpunten prikkelt en de geur van gebak niet.
B
Doordat de geur van benzine via een andere reukzenuw je hersenen binnenkomt dan de geur van gebak.
C
Doordat de geur van gebak andere reukzintuigcellen prikkelt dan de geur van benzine.
D
Doordat de geur van gebak ook je smaakzintuigcellen prikkelt en de geur van benzine niet.
Slide 13 - Quizvraag
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes
Slide 14 - Quizvraag
Waar in het oog zitten de zintuigcellen, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies
Slide 15 - Quizvraag
In de afbeelding is een doorsnede van een deel van het hoofd schematisch getekend. Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen? En pijnpunten?
A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.
Slide 16 - Quizvraag
Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding. Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend. Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend. Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft. Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.
Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Anja en Casper
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Boris en Diane
Slide 17 - Quizvraag
Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers
Slide 18 - Quizvraag
Geluid
Licht
Geurstoffen
Smaakstoffen
Aanraking
Oor
Huid
Tong
Neus
Oog
Sleep de adequate prikkel naar het juiste orgaan.
Slide 19 - Sleepvraag
Hoe heet onderdeel 12?
Slide 20 - Open vraag
Hoe heet onderdeel 9?
Slide 21 - Open vraag
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 22 - Sleepvraag
Hoe heet onderdeel 6?
Slide 23 - Open vraag
Een roofvogel heeft een extra grote gele vlek. Wat is het voordeel daarvan?
Slide 24 - Open vraag
In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend. Met welk nummer is een zweetklier aangegeven?
Slide 25 - Open vraag
Iemand heeft snel last van vet haar. Welke stof wordt bij deze persoon veel geproduceerd door de hoofdhuid?
Slide 26 - Open vraag
Lieke vertelt aan haar vriendin dat ze haar ogen heeft laten testen en dat ze bijziend is. Leg uit wat bijziend is.
Slide 27 - Open vraag
Isabella is geboren met een oogafwijking, waarbij de spiertjes in haar iris niet goed werken. Hierdoor kan zij bijna niet zien in het donker. Leg uit waarom zij in het donker niet goed kan zien.
Slide 28 - Open vraag
In de afbeelding zie je een afbeelding van een Boxer en een Duitse Dog. Hoe goed een hond kan ruiken, verschilt per ras.
Welke van deze twee hondenrassen kan beter ruiken, de boxer of de Duitse Dog? Leg je antwoord uit.