H4.1 Staatsvorming

Leerdoelen H4.1


- Je gaat oefenen met het toepassen 
van het kernconcept staatsvorming.
- Je weet wanneer je mag spreken van een staat.
- Je begrijpt de begrippen ´interne soevereiniteit´ en ´externe soevereiniteit´.  
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen H4.1


- Je gaat oefenen met het toepassen 
van het kernconcept staatsvorming.
- Je weet wanneer je mag spreken van een staat.
- Je begrijpt de begrippen ´interne soevereiniteit´ en ´externe soevereiniteit´.  

Slide 1 - Tekstslide

KERNCONCEPT Staatsvorming (1)
De                                      van politieke 
tot een                                             .
              macht
institutionalisering
               staat

Slide 2 - Sleepvraag

1

Slide 3 - Video

Welke partijen zitten ook alweer in de coalitie?

Slide 4 - Open vraag

Wat is dit voor een soort kabinet?

Slide 5 - Open vraag

Welke partijen zitten in de coalitie
A
PVV, VVD en D'66
B
FVD, PVV en BBB
C
PVV, BBB en NSC
D
PVV, NSC, BBB en VVD

Slide 6 - Quizvraag

2

Slide 7 - Video

00:51
Welke 2 andere kernconcepten zitten in het kernconcept ´staatsvorming´?

Slide 8 - Woordweb

01:27
Leg met behulp van het kernconcept macht uit dat de staatsvorming van de Koerden heel moeizaam verloopt.

Slide 9 - Open vraag

Staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht 
tot een staat.

Hoe onstonden de eerste staten?
In de loop de eeuwen ontstond er steeds meer 
behoefte vanuit steden in bepaalde gebieden 
om een groter eigen gebied (staat) af te bakenen. 


Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn redenen om überhaupt een staat op te richten?

Slide 11 - Open vraag

Staatsvorming
Een eigen staat kan economische en militaire bescherming bieden. 

Bijvoorbeeld:
- eigen wetten
- eigen munt
- belastingstelsel
- eigen leger 
- de staat als rechtsprekende macht bij conflicten.
- bescherming tegen de macht van de staat waar je onderdeel van bent.

Slide 12 - Tekstslide

1

Slide 13 - Video

01:49
Noem nog 3 landen die niet door alle andere landen worden herkend.

Slide 14 - Open vraag

Kan ik ook een staat beginnen?
Wanneer is er sprake van een staat (interne soevereiniteit)?
1. een staat regeert over een groep mensen;
2. binnen een vastgesteld grondgebied;
3. heeft het geweldsmonopolie en belastingmonopolie.
Externe soevereiniteit (naar buiten toe) betekent 
dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan 
het gezag van andere staten. 

Slide 15 - Tekstslide

Actualiteit en H4.1
Interne en externe soevereiniteit blz 65.
Onderzoek of de Krim interne en externe soevereiniteit heeft.

Slide 16 - Tekstslide

Is er in Nederland sprake van externe soevereiniteit?
(Het staatsgezag is niet ondergeschikt aan andere staten).

Slide 17 - Open vraag