BSM H1.1

BSM H1.1
Gezonde leefstijl
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BsmMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BSM H1.1
Gezonde leefstijl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klas check 
Heb ik....
- ... mijn laptop voor me 
- ... mijn jas uit
- ... mijn telefoon weggelegd 
- ... mijn boek bij me 
Zit ik....
- ...naast twee lege stoelen 
- ... op een plek waar ik me goed kan concentreren 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud 
Klein stukje voorkennis ophalen 
Paragraaf 1.1 behandelen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je van je ouders een beloning krijgt voor hoge cijfers dan maken ze gebruik van?
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van intrinsieke motivatie

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem drie motieven om te gaan sporten

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het voor de politiek heel belangrijk dat ouderen sporten?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheid - gezond zijn 
Definitie van WHO 
Definitie woordenboek 
Eigen definitie 

Gezonde leefstijl/factoren van een gezonde leefstijl!

Slide 8 - Tekstslide

Lesvragen:
 - Wat wordt nu precies bedoeld met gezondheid of gezond zijn.
 - Wat komt er bij jullie in je op?
Gezonde leefstijl:
 - Heb je zelf ongezonde gewoontes?
 - Welke zijn dat?
 - kun je voorbeelden noemen van dingen die voor een ander wel gezond kunnen zijn maar voor jou niet of andersom? (denk aan insuline spuiten, hardlopen voor een COPD patiënt is niet bevorderlijk)
Bladzijde 16 stukje lezen

Factoren gezonde leefstijl 
Eten --> Energiebalans

Slapen
-Leeftijdsafhankelijk
-Op tijd rust pakken

Bewegen



Slide 9 - Tekstslide

De drie basale zaken rondom een gezonde leefstijl zijn natuurlijk je voeding, je slaapgewoonte en hoeveel jij beweegt.
Bewegen heeft naast de fysieke functie ook een;
 preventieve functie (weliswaar ook fysiek)
 sociale functie
 psychische functie
Onafhankelijke risicofactor voor een groot aantal chronische ziekte; betekent dat het onvoldoende lichaamsbeweging van buitenaf gecontroleerd kan worden en los staat van de persoon (die persoon kan het zelf aanpassen). In dit geval is het een voorspeller.

Waarom is  bewegen goed voor je?
- Je traint er je bewegingsapparaat mee en je houdt het sterk, soepel en snel.
- Het stimuleert het spijsverteringssysteem, je slaapt beter en vermindert eventueel aanwezige stress.
- Heeft een preventieve functie (voorkomt aandoening als hoge bloeddruk, diabetes, obesitas, hoog cholesterolgehalte en hieraan gerelateerde hart- en vaatzieken)
- Is leuk voor je.
Beweegrichtlijnen (2017, gezondheidsraad) - Groot aantal gunstige effecten van regelmatige lichaamsbeweging. Zie blz. 19 van het boek!

Slide 10 - Tekstslide

Inactieven, semi-actieven en normactieven blz 21
Lesvraag:
 - Wanneer is teveel bewegen niet meer gezond?
Het SCP schrijft heel veel in hun citaat. Wat betekent het nu eigenlijk?

Gewoontes 
Gewoontes zijn lastig af te leren.

“Jong geleerd is oud gedaan”
Wat neem je mee uit dit hoofdstuk?
Voor jezelf
Voor anderen


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie groepen worden onderscheiden.
Inactieven: halen halen geen 30 minuten per week intensieve beweging.
Normactieven: zijn vijf dagen of vaker actief per week.
Semi-actieven: onvoldoende actief zijn.

Immobiliteit= Mensen die te weinig bewegen, omdat ze hun werk zittend kunnen doen of ontspannende en interessante bezigheden zittend kunnen doen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Toetsvragen  over hoofdstuk 1.1 en 1.2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies