§5.2 - Energie uit je voedsel

5.2 Energie uit je voedsel
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 Energie uit je voedsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag: 
  • Je legt uit hoe in het lichaam verschillende vormen van energie in elkaar over kunnen gaan.
  • Je vergelijkt in een reactievergelijking de anaerobe en aerobe dissimilatie van glucose.
  • Je herkent in welke situaties anaerobe en aerobe dissimilatie plaatsvinden.
  • Je vergelijkt de dissimilatie van glucose, eiwitten, en vetten.





Slide 2 - Tekstslide

Energie
Je eet niet precies op de momenten dat je energie nodig hebt.
Je lichaam slaat energie dus (tijdelijk) op.

Glycogeen (korte termijn)
Vet (lange termijn)


Slide 3 - Tekstslide

Energie uit voedsel
Meestal gebruikt je lichaam koolhydraten als energiebron.
Ook vetten en eiwitten zijn te gebruiken.

Het proces om uit voedingsstoffen energie te halen heet dissimilatie (= verbranding).

Slide 4 - Tekstslide

Lever
Je lever kan:
  • koolhydraten omzetten in vetten
  • aminozuren omzetten in koolhydraten of vetten
  • vetten omzetten in koolhydraten.


Slide 5 - Tekstslide

Dissimilatie in mitochondriën
Voedingsstof (meestal glucose) + zuurstof
levert warmte + koolstofdioxide + ATP

ATP is een energierijke stof die de cel voor alle processen kan gebruiken die energie kosten

Slide 6 - Tekstslide

ATP / ADP

Slide 7 - Tekstslide

ATP
  • De bron van energie voor je cellen is ATP
  • ATP is een molecuul met drie fosfaatgroepen
  • ADP bevat twee fosfaatgroepen
  • Energie kan gebonden worden aan ADP -> ATP (en worden afgegeven) 

Slide 8 - Tekstslide

ATP/ ADP
Dissimilatie van voedingsstoffen
Energie beschikbaar voor celprocessen

Slide 9 - Tekstslide

Stappen vrijmaken energie
1. De in de cel beschikbare
ATP wordt gebruikt.
BINAS 90A

Slide 10 - Tekstslide

Stappen vrijmaken energie
2. Creatinefosfaat vormt
nieuwe ATP
BINAS 90A

Slide 11 - Tekstslide

Creatinefosfaat
In de cel is ook een hoeveelheid Creatinefosfaat aanwezig. De Fosfaatgroep hiervan kan snel aan ADP worden gekoppeld voor nieuwe ATP.

Slide 12 - Tekstslide

Fosfaat

Slide 13 - Tekstslide

Fosfaataccu
De hoeveelheid ATP + CP in je cel noemen we ook de fosfaataccu.

Slide 14 - Tekstslide

Stappen vrijmaken energie
3. Vorming ATP uit anaerobe 
dissimilatie
BINAS 90A

Slide 15 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Omdat na 10 seconden na de start van de inspanning de ademhaling en hartslag nog niet hoog genoeg zijn om alle cellen van genoeg zuurstof te voorzien begin je met het verbranden van glucose zonder zuurstof = anaeroob.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Bij de anaerobe dissimilatie van glucose ontstaat 2 ATP per molecuul glucose + melkzuur.
Dit heet melkzuurgisting.
Het vindt plaats in het grondplasma / cytoplasma.
Door het melkzuur verzuren je spieren.

Slide 18 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Een deel van het gevormde melkzuur kan in je lever weer omgezet worden in glucose (dit kost daar energie).

De rest wordt, als er eenmaal zuurstof voldoende is, omgezet naar pyrodruivenzuur en kan worden gebruikt in de aerobe dissimilatie.

Slide 19 - Tekstslide

Stappen vrijmaken energie
4. Vorming ATP uit aerobe 
dissimilatie
BINAS 90A

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie glucose
Eerst deel is gelijk aan de anaerobe dissimilatie en levert 2 ATP op en 2 pyrodruivenzuur in het grondplasma.
In de mitochondrieën leveren 2 pyroduivenzuur + 6 O2 het volgende op:
36 ATP (!), 6 CO2 en 6 H2O.

Dus totaal 38 ATP ipv 2 ATP.

Slide 22 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie 
Bij inspanning gebruik je eerst de glucose voorraad uit je bloed als energiebron.
Je lichaam vult die glucose aan door glycogeen af te breken.

Is ook je glycogeen voorraad op dan stap je over op het verbranden van vetzuren en aminozuren.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie - vet(zuren)
Alleen aeroob (met voldoende zuurstof)

Vetzuren
Vetmolecuul
Glycerol
in grondplasma
Pyrodruivenzuur
Mitochondriën
BINAS 67G1

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie - eiwitten
Eiwitten zijn opgebouwd uit losse aminozuren.


Slide 28 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie - eiwitten
De stikstof groep wordt er afgeknipt en hier wordt ureum van gemaakt.

Slide 29 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie - eiwitten
De rest wordt verbrand in mitochondria met zuurstof en levert ATP op.

Slide 30 - Tekstslide

Dissimilatie - afval
Dissimilatie glucose:
C6H12O6 + 6O2 -> 6H2O + 6CO2
glucose + zuurstof -> water + koolstofdioxide
Dissimilatie eiwitten levert ook ureum op.

Slide 31 - Tekstslide

Dissimilatie - afval
Longen: water(damp) en koolstofdioxide adem je uit 
Nieren: urine bevat ureum en water
Zweet: water

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag: 
  • Je legt uit hoe in het lichaam verschillende vormen van energie in elkaar over kunnen gaan.
  • Je vergelijkt in een reactievergelijking de anaerobe en aerobe dissimilatie van glucose.
  • Je herkent in welke situaties anaerobe en aerobe dissimilatie plaatsvinden.
  • Je vergelijkt de dissimilatie van glucose, eiwitten, en vetten.





Slide 33 - Tekstslide

Handige Binastabellen
BINAS 67F, G, H Bouw van koolhydraten, aminozuren en vetten
BINAS 90A Energiebronnen van een spier
BINAS 68E Dissimilatie van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 34 - Tekstslide

Begrippen 5.2
aerobe dissimilatie, pyrodruivenzuur, mitochondrien, aeroob, glycerol, vetzuren, vetmoleculen, glycogeen, energie, ATP, creatinefosfaat, fosfaataccu, glucose, grondplasma, melkzuurgisting, anaerobe dissimilatie

Slide 35 - Tekstslide