Dissimilatie van 1 g koolhydraat of eiwit levert 17 kJ en van 1 g vet 38 kJ. Een trekvogel vliegt 2000 km. Licht toe dat vogels vooral vetten als reservestof opslaan voor ze aan de trek beginnen.
Slide 10 - Open vraag
Welk ander voordeel heeft deze voedingsstof?
Slide 11 - Open vraag
Dissimilatie in mitochondriën
Voedingsstof (meestal glucose) + zuurstof
levert warmte + koolstofdioxide + ATP
ATP is een energierijke stof die de cel voor alle processen kan gebruiken die energie kosten
Slide 12 - Tekstslide
ATP/ ADP
Slide 13 - Tekstslide
ATP/ ADP
Dissimilatie van voedingsstoffen
Energie beschikbaar voor celprocessen
Slide 14 - Tekstslide
Stappen vrijmaken energie
1. De in de cel beschikbare
ATP wordt gebruikt.
BINAS 90A
Slide 15 - Tekstslide
ATP voorraad
Als je je gaat inspannen gebruikt een (spier)cel eerst de al aanwezige ATP in de cel. Maar die is vrij snel op......
Slide 16 - Tekstslide
Stappen vrijmaken energie
2. Creatinefosfaat vormt
nieuwe ATP
BINAS 90A
Slide 17 - Tekstslide
Creatinefosfaat
In de cel is ook een hoeveelheid Creatinefosfaat aanwezig. De Fosfaatgroep hiervan kan snel aan ADP worden gekoppeld voor nieuwe ATP.
Slide 18 - Tekstslide
Fosfaat
Slide 19 - Tekstslide
Fosfaataccu
De hoeveelheid ATP + CP in je cel noemen we ook de fosfaataccu.
Slide 20 - Tekstslide
Stappen vrijmaken energie
3. Vorming ATP uit anaerobe
dissimilatie
BINAS 90A
Slide 21 - Tekstslide
Anaerobe dissimilatie
Omdat na 10 seconden na de start van de inspanning de ademhaling en hartslag nog niet hoog genoeg zijn om alle cellen van genoeg zuurstof te voorzien begin je met het verbranden van glucose zonder zuurstof = anaeroob.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Anaerobe dissimilatie
Bij de anaerobe dissimilatie van glucose ontstaat 2 ATP per molecuul glucose + 2 melkzuur.
Dit heet melkzuurgisting.
Het vindt plaats in het grondplasma.
Door het melkzuur verzuren je spieren.
Slide 24 - Tekstslide
Anaerobe dissimilatie
Een deel van het gevormde melkzuur kan in je lever weer omgezet worden in glucose (dit kost daar energie).
De rest wordt, als er eenmaal zuurstof voldoende is, omgezet naar pyrodruivenzuur en kan worden gebruikt in de aerobe dissimilatie.
Slide 25 - Tekstslide
Herhalen
Slide 26 - Tekstslide
Stappen vrijmaken energie
4. Vorming ATP uit aerobe
dissimilatie
BINAS 90A
Slide 27 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie
Dan komt de aerobe dissimilatie op gang: hier is zuurstof voor nodig en er ontstaat CO2 (een afvalstof)
Je moet dus voldoende ademen en je bloed moet snel genoeg door je lichaam: ademhaling en hartslag gaan omhoog.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie glucose
Eerst deel is gelijk aan de anaerobe dissimilatie en levert 2 ATP op en 2 pyrodruivenzuur in het grondplasma.
In de mitochondrieën leveren 2 pyroduivenzuur + 6 O2 het volgende op:
36 ATP (!), 6 CO2 en 6 H2O.
Dus totaal 38 ATP ipv 2.
Slide 30 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie
Bij inspanning gebruik je eerst de glucose voorraad uit je bloed als energiebron.
Je lichaam vult die glucose aan door glycogeen af te breken.
(weet je nog? die had je als voorraad in je spieren en lever)
Slide 31 - Tekstslide
Glycogeen - in lever en spieren
Slide 32 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie
Is ook je glycogeen voorraad op dan stap je over op het verbranden van vetzuren en aminozuren.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie - vet(zuren)
Glycerol wordt omgezet in pyrodruivenzuur.
Pyrodruivenzuur en vetzuren kunnen in de mitochondriën mbv zuurstof worden verbrand en leveren veel ATP op.
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie - eiwitten
Eiwitten zijn opgebouwd uit losse aminozuren.
Slide 38 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie - eiwitten
De stikstof groep wordt er afgeknipt en hier wordt ureum van gemaakt.
Slide 39 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie - eiwitten
De rest wordt verbrand in mitochondria met zuurstof en levert ATP op.
Slide 40 - Tekstslide
Dissimilatie - afval
Dissimilatie glucose:
C6H12O6 + 6O2 ->6H2O +6CO2
glucose + zuurstof -> water + koolstofdioxide
Dissimilatie eiwitten levert ook ureum op.
Slide 41 - Tekstslide
Dissimilatie - afval
Longen: water(damp) en koolstofdioxide adem je uit
Nieren: urine bevat ureum en water
Zweet: water
Slide 42 - Tekstslide
Doel 5.2
Je hebt geleerd wat de functie is van ATP
Je hebt geleerd hoe cellen nieuwe ATP maken
Je hebt geleerd welke afvalstoffen vrijkomen bij de aanmaak van ATP
Slide 43 - Tekstslide
BINAS 5.2
BINAS 67F, G, H Bouw van koolhydraten, aminozuren en vetten
BINAS 90A Energiebronnen van een spier
BINAS 68E Dissimilatie van eiwitten, koolhydraten en vetten