WW1 Unit 3.2+

Welcome!
- put your earbuds
 in your bag
- take your books + pen
- start reading your English book


timer
20:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!
- put your earbuds
 in your bag
- take your books + pen
- start reading your English book


timer
20:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presence

is everyone here with a charged laptop, books and a pen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Before we start:

Slide 3 - Tekstslide

How do you feel about last week's lessons?

Homework check

please be ready to type

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
schoon(maken)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
omdat

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
vroeg

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

At the end of the lesson you:

- can use the Present Simple to talk about pets and their habits

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which pets do you know
in English?

Slide 9 - Woordweb

Also discuss: Who here has pets?
I have ... pets
No
One
Two
Three
Four
Five
Six
Seven or more

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

The book

- please open your 
WW book on page 36
- let's read the post together
- and check the grammar box

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let me explain...
(in Dutch)

please take notes

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Work alone

- do ex. 5/6/7 by yourself

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next: 

- check with your neighbor

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next: 
If we have time left, watch Vox Pops

Make 1 sentence about what you see

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

One sentence about the VOX POPS:

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homework:

Study vocab box A 
of page 42
+ grammar 3.2



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goals met?
- can you use the Present Simple to talk about pets and their habits?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
I


I/you/we/they

he/she/it


eat
has
is
have
walk
am
laughs
'm
studies
wins
worries

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple 
  • Wat is de Present Simple?

  • Wanneer gebruik je de Present Simple?

  • Hoe maak je de Present Simple? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de Present Simple? 
I work
I don't work
You work
You don't work
He/She/It works
He/She/It doesn't work
We work
We don't work
You work
You don't work
They work
They don't work
Zo maak je de Present Simple.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple is:
Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordig tijd
C
Toekomst

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
Wat is de regel van de present simple?
A
SHITY-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
welke zin is present simple?
A
I am walking to school.
B
They walked to school.
C
We have walked to school.
D
He always walks to school.

Slide 24 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Present Simple:
Kies een voorbeeld van de present simple.
A
He travels to work four times a week.
B
He travelled to work four times a week.
C
He is travelling to work.
D
He has travelled to work.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
welke zin is present simple?
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
I usually ... (go) to school.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
They .. (visit) us often.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
Tom ... (work) every day.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
She never ... (help) me with that!

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies