1.1 Elektrische stroom

1.1 Elektrische Stroom
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.1 Elektrische Stroom

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt met een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten.
  • Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is.
  • Je kunt stroomsterkte in parallelschakelingen berekenen.
  • Je kunt beredeneren hoe groot de stroomsterktes in een gemengde schakeling zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.
De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.
Er verdwijnen geen elektronen.

Slide 3 - Tekstslide

Elektrische stroom

Slide 4 - Tekstslide

Stroommeter aflezen
Je schrijft dit als: 

I = 0,015 A





I = 0,32 A

Slide 5 - Tekstslide

     1.1 stroommeter aansluiten - schema

Slide 6 - Tekstslide

Elektrische stroom is:
A
Hoeveel spanning er door de draad gaat
B
Hoeveel elektronen er door de draad gaan
C
Hoeveel spanning er op de draad staat
D
Hoeveel elektronen er op de draad staat

Slide 7 - Quizvraag

Wat zal de stroommeter aangeven?
A
0.00 A
B
0.50 A
C
1.00 A
D
2.00 A

Slide 8 - Quizvraag

De eenheid van elektrische stroom is...
A
volt
B
ampère
C
watt

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het symbool voor een Stroommeter ?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Wat stroomt er bij elektrische stroom?
A
moleculen
B
atomen
C
elektronen
D
protonen

Slide 11 - Quizvraag


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 12 - Quizvraag

Het symbool voor de elektrische stroom is
A
U
B
I
C
A
D
R

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?
A
4 A
B
4 V
C
0,4 A
D
0,4 I

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
1.1 opdracht 1 t/m 14

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt met een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten.
  • Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is.
  • Je kunt stroomsterkte in parallelschakelingen berekenen.
  • Je kunt beredeneren hoe groot de stroomsterktes in een gemengde schakeling zijn.

Slide 16 - Tekstslide