H1 elektriciteit par 1.1 elektrische stroom

Regels in de klas:

  • Op je plek blijven zitten
  • Aan het werk als je moet werken
  • Werken met potlood
  • Neem je rekenmachine altijd mee

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regels in de klas:

  • Op je plek blijven zitten
  • Aan het werk als je moet werken
  • Werken met potlood
  • Neem je rekenmachine altijd mee

Slide 1 - Tekstslide

Soorten schakelingen
Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 2 - Sleepvraag

Ik heb een schakeling van 3 lampjes. Als 1 lampje stuk gaat, blijven de andere 2 werken. Welke schakeling heb ik?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb een schakeling van 3 lampjes. Als 1 lampje stuk gaat, gaan de andere lampjes uit. Welke schakeling heb ik?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 4 - Quizvraag

Welke schakeling is hier afgebeeld?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 5 - Quizvraag

6 V
230 V
1,5 V
12 V

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je kunt met een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten.
  • Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is.
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de totale stroomsterkte in een parallelschakeling.
  • Je kunt berekeningen uitvoeren met de verschillende stroomsterktes in een parallelschakeling.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waar moet een stroomkring aan voldoen wilt er stroom doorheen lopen?

Slide 10 - Open vraag

Hoe werkt een stroomkring?

Slide 11 - Woordweb

Stroomkringen

Slide 12 - Tekstslide

Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
  • 1 stroomkring
  • 1 lampje uit > alles uit
  • Stroom overal gelijk
Parallelschakeling:
  • meerdere stroomkringen
  • 1 lampje uit > rest blijft aan
  • Stroom wordt verdeeld over de vertakkingen

Slide 13 - Tekstslide

stroomsterkte
 
symbool is I (Intensity)

Eenheid is A (Ampere) of 
mA (milli Ampere)

Slide 14 - Tekstslide

Parallel: It = I1 + I2 + I3

Slide 15 - Tekstslide

Serie: It = I1 = I2 = I3

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de totale stroomsterkte

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

1A = 1000mA

1mA= 0,001 A  1/1000A


Slide 19 - Tekstslide

gemengde schakeling

Slide 20 - Tekstslide

de stroommeter plaats je altijd
A
in serie
B
bij de batterij
C
maakt niet uit
D
parallel

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het symbool voor stroomsterkte
A
A
B
I
C
U
D
S

Slide 22 - Quizvraag

Welke stroomsterkte geeft de ampรจre meter aan?

Slide 23 - Open vraag

Omrekenen van ampere
7,289A.................mA
A
728900mA
B
7289 mA
C
0,7289mA
D
72,89mA

Slide 24 - Quizvraag

Omrekenen van ampere
10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 25 - Quizvraag

De batterij levert een stroomsterkte
van 3A.
Geef voor elk lampje aan wat de
stroomsterkte is.

Slide 26 - Open vraag

De totale stroomsterkte is 6A.
De 3 lampjes zijn gelijk.
Wat is de stroomsterkte door lampje 1?

Slide 27 - Open vraag

Hoe was je inzet?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 28 - Poll

Weet jij nu hoe de stroom loopt door een serie- en een parallelschakeling?
ja
kan het niet uitleggen, maar snap het wel
nee

Slide 29 - Poll

Je weet wat het symbool en eenheid is van de stroomsterkte
Ja
nee

Slide 30 - Poll

je kan de stroomsterkte berekenen in een parallel schakeling
ja
Nee, snap het niet
ik weet het niet

Slide 31 - Poll

weet je hoe een stroommeter / amperemeter in een schakeling moet plaatsen?
ja
nee

Slide 32 - Poll

welke cijfer geef je de les van vandaag?
0100

Slide 33 - Poll