4.3 - Beenverbindingen (ha1)

Thema 4 - Stevigheid en beweging
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4 - Stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Thema 4 - Stevigheid en beweging
4.1 - Het skelet
4.2 - De bouw van botten
4.3 - Beenverbindingen
4.4 - Spieren
4.5 - De wervelkolom
4.6 - Gezond bewegen
4.7 - Vorm en functie van botten (VWO)

Slide 2 - Tekstslide

4.2 - De bouw van botten
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet het bot bij nummer 4?
A
Sleutelbeen
B
Bovenarm
C
Schouderblad
D
opperarmbeen

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor bot is dit?>

Slide 5 - Open vraag

Bot T bestaat bij de mens uit twee soorten botten. Bij de kip zijn al deze botten aan elkaar gegroeid tot één bot.

Hoe heten deze twee soorten botten bij de mens, die bij een kip aan elkaar zijn gegroeid tot bot T?

Slide 6 - Open vraag

In het skelet van een vleermuis zijn de vingerkootjes veel langer dan het skelet van een mens. Leg uit waarom.

Slide 7 - Open vraag

Stel je voor, je kunt al het collageen uit een bot halen.
Welk gevolg heeft dit dan voor het bot?

Slide 8 - Open vraag

Welk bot is/welke botten zijn hier gebroken?

Slide 9 - Open vraag

In je lichaam zitten 206 botten. Hoe heten deze botten samen?

Slide 10 - Open vraag

Hoe wordt het rode bot genoemd? Hoe wordt het paarse bot genoemd?

Slide 11 - Open vraag

Het percentage kalkzouten en het percentage collageen in botweefsel veranderen tijdens het leven.

In welk van de diagrammen hiernaast wordt dit het beste weergegeven?
A
Diagram 1
B
Diagram 2
C
Diagram 3
D
Diagram 4

Slide 12 - Quizvraag

De taken van het skelet zijn...?

Slide 13 - Open vraag

4.3 - Beenverbindingen

Slide 14 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kunt de beenverbindingen beschrijven
Je kunt de onderdelen van een gewricht en hun functies benoemen
Je kunt de drie typen gewrichten onderscheiden en hun werking uitleggen

Slide 15 - Tekstslide

Beenverbindingen
Botten zijn verbonden met elkaar
Beweeglijk of juist niet beweeglijk
Afhankelijk van functie

Slide 16 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 17 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 18 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 19 - Tekstslide

Beenverbindingen
Naadverbinding
Vergroeiing
Kraakbeenverbinding
Gewricht

Slide 20 - Tekstslide

Gewrichten
Botten kunnen bewegen
Gewrichtskom + gewrichtsknobbel

Gewrichtskapsel er omheen

Slide 21 - Tekstslide

Gewrichten
Kogelgewricht
Scharniergewricht
Rolgewricht

Slide 22 - Tekstslide

Vragen

Slide 23 - Tekstslide

Een naadverbinding is
A
een beetje beweeglijk
B
beweeglijk
C
niet beweeglijk

Slide 24 - Quizvraag

welke van onderstaande beenverbindingen is een vergroeiing?
A
schedelbeenderen
B
heiligbeenderen
C
wervels

Slide 25 - Quizvraag

Welk van de plaatjes is een kraakbeenverbinding
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen scharniergewricht?
A
Elleboog
B
Knie
C
Vingerkootje
D
Ellepijp en spaakbeen gewricht

Slide 27 - Quizvraag

Een rolgewricht is een verbinding tussen
A
spaakbeen en ellepijp
B
ellepijp en opperarmbeen
C
dijbeen en scheenbeen
D
borstbeen en rib

Slide 28 - Quizvraag

Welk nummer geeft de gewrichtsknobbel aan?
A
nummer 1
B
nummer 3
C
nummer 5
D
nummer 6

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de taak van het gewrichtskapsel?
A
Geeft extra versteviging.
B
Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
C
Voorkomt dat de botten slijten
D
Hierdoor beweegt het gewricht soepel

Slide 30 - Quizvraag

Welke gewrichten kunnen roteren?
A
Handgewrichten
B
Heupgewrichten
C
Kniegewrichten
D
Schoudergewrichten

Slide 31 - Quizvraag

Aan het werk
Maken:
Moeilijk? 1 t/m 8
Makkelijk? 5 t/m 9

Lezen: 
4.4


Begrippen
Vergroeid
Naad 
Gewricht
Gewrichtskogel
Gewrichtskom
Gewrichtskapsel
Kapselbanden
Gewrichtssmeer
Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht



Leerdoelen:
Je kunt de beenverbindingen beschrijven
Je kunt de onderdelen van een gewricht en hun functies benoemen
Je kunt de drie typen gewrichten onderscheiden en hun werking uitleggen

Slide 32 - Tekstslide