GRAMM PV en WWG

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm
in een zin ?

Slide 2 - Open vraag


Wat is de PV ?
Mijn opa leest de krant

A
opa
B
mijn
C
leest
D
de krant

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de PV ?
We gaan de zinnen nu voorlezen.
A
we
B
voorlezen
C
de zinnen
D
gaan

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de PV ?
In een Frans dorpje gebeurde in 1812 een ongeluk.
A
In
B
gebeurde
C
een ongeluk
D
dorpje

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de PV ?
Een klein jongetje speelde in de werkplaats van zijn vader.
A
speelde
B
een klein jongetje
C
werkplaats
D
van zijn vader

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de PV ?

Hij zag twee scherpe priemen liggen.
A
Hij
B
zag
C
twee scherpe priemen
D
liggen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Uitleg werkwoordelijk gezegde

1. Zoek de PV


2. Zijn er nog andere ww in de zin ?


3. WWG = PV + andere ww



Slide 10 - Tekstslide

WWG  Werkwoordelijk gezegde
 = alle werkwoorden in de zin   

Mijn buurman eet een appel. 
Mijn buurman wil een appel eten
Mijn buurman heeft een appel gegeten
Mijn buurman zal straks een appel willen eten.  

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het WWG ?

Het jongetje pakte de appels.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het WWG ?

Het jongetje ging de appels pakken.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het WWG ?

Het jongetje heeft de appels gepakt.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het WWG ?

Het jongetje zou de appels willen pakken.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het WWG ?

Zijn vader heeft gaatjes in het leer gemaakt.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

app

Slide 19 - Tekstslide