In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Mediawijsheid - Nepnieuws
Welkom bij een les over Nepnieuws! We gaan het vandaag hebben over wat nepnieuws is, hoe je het kunt herkennen en je zoekt een aantal voorbeelden op via het internet.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat nepnieuws is.
Je kunt een voorbeeld opzoeken van nepnieuws
Slide 3 - Tekstslide
Lesplanning
1. Waar denk je aan bij Nepnieuws?
2. Nepnieuws - Desinformatie
3. Voorbeelden
4. Hoe herken je het?
5. Vragen over Nepnieuws
6. Nepnieuwsberichten opzoeken
Slide 4 - Tekstslide
Heb je wel eens een bericht gelezen dat later nepnieuws bleek te zijn? Zo ja, waar ging dat over?
Slide 5 - Open vraag
2. Nepnieuws -> Desinformatie
Desinformatie is verkeerde informatie wordt over het algemeen gebruikt om te verwijzen naar misleidende informatie die is gecreëerd of verspreid zonder manipulatieve of kwaadaardige bedoelingen.
Slide 6 - Tekstslide
Moeilijke woorden
Misleidend: bedriegen
Manipulatieve: slim beïnvloeden
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Checklist
Betrouwbaarheid:
(Wie is de auteur? Heeft hij er iets aan om te liegen/aan te dikken?)
Juistheid:
(Wat is het doel van de tekst? Is het reclame of een mening?)
Volledigheid:
(Staat alle informatie erbij of missen er dingen?)
Actualiteit:
(Is de informatie pas geplaatst? Is de informatie nog geldig?)
Controleerbaarheid:
(Staat er waar de informatie vandaan komt? Bronnen?)
Slide 9 - Tekstslide
Welke foto is echt?
A
Links
B
Rechts
Slide 10 - Quizvraag
Welke foto is hier de echte foto?
A
Links
B
Rechts
Slide 11 - Quizvraag
1. Wat zou een goede kop zijn voor nepnieuws om gelezen te worden?
Slide 12 - Woordweb
Opdracht
Vorm een tweetal
kies een onderwerp dat jullie alle 2 leuk vinden
Zoek ieder één website op met informatie over dat onderwerp (geen wikepedia/chatgpt) en beantwoord de volgende vragen:
Betrouwbaarheid (Wie is de auteur? Heeft hij er iets aan om te liegen/aan te dikken?)
Juistheid (wat is het doel van de tekst? Is het reclame of een mening?)
Volledigheid (staat alle informatie erbij of missen er dingen?)
Actualiteit (Is de informatie pas geplaats? Is de informatie nog geldig?)
Controleerbaarheid (Staat er waar de informatie vandaan komt? Bronnen? )