LLH12 test

Test Laagland H12
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Test Laagland H12

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het modernisme is een stroming.
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar stonden de Tachtigers ook alweer voor en wat wilden zij juist niet?
A
Wel: autonomie en persoonlijke expressie Niet: moralisme
B
Wel: weergave werkelijkheid en persoonlijke expressie Niet: autonomie en moralisme
C
Wel: autonomie en persoonlijke expressie NIet: weergave werkelijkheid
D
Wel: engagement en moralisme Niet: autonomie en weergave werkelijkheid

Slide 3 - Quizvraag

Avant-gardeinvloeden:

Autonomie blijft.
Belangrijke rol voor taal. Moeilijkere associaties (lastig te begrijpen), traditionele beeldspraak verdwijnt.
Kunstwerk verwijst alleen nog naar zichzelf. Geen link met de werkelijkheid.



Welke invloeden blijven tijdens het modernisme?
A
autonomie, subjectieve beleving van de werkelijkheid en engagement
B
weergave werkelijkheid en persoonlijke expressie, spel met taal
C
autonomie, spel met taal en persoonlijke expressie
D
weergave werkelijkheid, autonomie en spel met taal, engagement

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme (internationale ontwikkeling)
Intellectualistisch
  • Actieve leeshouding: spel taal, citaten, ironie en parodie
  • Protest tegen massaliteratuur en bestsellercultuur

Afzetten tegen realisme en naturalisme
  • Twijfel of de mens zichzelf en de werkelijkheid wel kan kennen
  • Subjectieve beleving van de alledaagse werkelijkheid

Bewustzijnsstroom!
  • Weergave indrukken, herinneringen, associaties en gedachten, door elkaar en chaotisch
  • Individu is vervreemd --> geen sociaalmaatschappelijke context: geen engagement

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewustzijnsstroom
In het volgende voorbeeld van een stroom van bewustzijn uit James Joyce's Ulysses , zoekt Molly slaap: 
een kwartier na wat een onaards uur denk ik dat ze net opstaan ​​in China nu hun vlechtjes uitkammen voor de dag goed binnenkort de nonnen het angelus laten luiden ze komen niemand binnen om hun slaap te bederven behalve een vreemde priester of twee voor zijn nachtkantoor de wekker naast de deur bij cockshout ratelend de hersenen uit zichzelf laat me kijken of ik kan wegdommelen 1 2 3 4 5 wat voor soort bloemen zijn de bloemen die ze hebben uitgevonden zoals de sterren het behang in Lombard Street was veel mooier het schort dat hij me gaf was als dat iets alleen ik droeg het maar twee keer beter deze lamp verlagen en opnieuw proberen zodat ik vroeg kan opstaan Stroom van bewustzijn -                                                               https://nl.qaz.wiki/wiki/Stream_of_consciousness

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.5 vernieuwing van de roman
Eerste helft twintigste eeuw
  • Psychologische roman populair (psychoanalyse Freud/analyse eigen ik  (vb Anton Wachter)
  • Bewuste en onbewuste drijfveren (gedrag, gevoelens, driften, verlangens)

Nieuwe roman van o.a. Bordewijk
  • Bevat montagetechnieken van film (film remedie tegen psychologische/realistische roman)
  • Hedendaagse onderwerpen
  • Niet in de ik-vorm (geen gepsychologiseer)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke opmerking klopt niet bij het modernisme?
A
Modernistische werken verwachten een actieve leeshouding en zijn intellectualistisch
B
Modernisten zetten zich af tegen massaliteratuur en bestsellercultuur
C
Modernisten dachten dat je de mens en zijn wereld kan kennen en beschrijven
D
Het modernisme is een overkoepelende naam voor alle stromingen in het interbellum, dus ook de nieuwe zakelijkheid

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee belangrijkste tijdschriften uit deze periode en bij welke stroming zijn ze in te delen?
Tijdschrift - kunststroming

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij het kubisme?
A
Alle vormen zijn terug te brengen tot de drie oervormen: bol, kegel en piramide
B
Maatschappelijke inhoud
C
Achter de realiteit schuilt de eeuwige schoonheid van geometrische abstracties
D
'simultanéité'

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen ze de geschiedkundige periode tussen de twee wereldoorlogen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het gevolg van cultuurkritiek en het fin-de-sièclegevoel voor de kunst in het interbellum?
A
steeds meer experimenten in de kunst
B
afzetten tegen kunst, zoals bij het dadaïsme
C
veel botsende stijlen in de kunst
D
een meer begrijpelijke kunst in gewoon taalgebruik

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de historische avant-garde?
A
de kunst waarnaar de kunstenaars in het interbellum teruggrepen
B
de voorhoede/mensen die vooropliepen in o.a. de kunsten in de jaren 20 en 30
C
een modetijdschrift waarin men nieuwe modestijlen laat zien
D
de kunst waartegen de kunstenaars in het interbellum zich afzetten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de historische avant-garde?
A
vorm, kleur en compositie boven inhoud
B
een kunstwerk is autonoom en kan dus alleen naar zichzelf verwijzen
C
moeilijk te begrijpen kunst
D
omarmen van materialisme

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeeldingen:
Welke stroming?
Invullen bij volgende dia, dus kijk goed.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke stroming kun je deze schilderijen indelen?
A
expressionisme
B
kubisme
C
surrealisme
D
nieuwe zakelijkheid

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij het expressionisme?
A
kunst als tegengif tegen vervreemding, materialisme en burgerlijke orde
B
de uitdrukking van emoties is belangrijker dan de afbeelding van de werkelijkheid
C
voortborduren op de de heersende schildertraditie
D
Weg van materialisme en vervreemding, naar spiritualiteit en abstractie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord staat centraal in 'het expressionisme'?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van modernistische poëzie?
A
niet per se eindrijm, wel assonantie en alliteratie. Opvallende woordcombinaties
B
Vooral zelfst. naamwoorden en minder gebruik bijv. vnwoorden dan bij vorige generatie
C
wel vaste versvorm, geen vaste regellengte en strofebouw
D
onvolledige en ongrammaticale zinnen en weglaten interpunctie en hoofdletters

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stroming? Geef je antwoord in de volgende dia

Weeping Woman 
Pablo Picasso

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke stroming is dit schilderij in te delen?
A
expressionisme
B
dadaïsme
C
kubisme
D
surrealisme

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





Bij welke stroming?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat past niet bij het dadaïsme?
A
Collage, montage, ready made, klankgedichten en simultaniteitspoëzie
B
Nihilistisch wereldbeeld (Nietsche), vol idealen en geloof in een betere maatschappij
C
Chaos creëren: antiburgerlijk, cultuurkritiek en antikunst
D
Reactie op ontreddering na WOI en walging van dogma's

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stroming?
A
expressionisme
B
dadaïsme
C
surrealisme
D
nieuwe zakelijkheid

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past niet bij het surrealisme?
A
bewustzijn beperkt de spontaniteit (sociale klasse, moreel, godsdienst)
B
Onderbewuste inschakelen en rede uitschakelen (drank, drugs etc) om een boven-realisme te bereiken.
C
mentale vrijheid van de kunstenaar is ondergeschikt aan de boodschap
D
minachting burgerlijke en materialistische maatschappij

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen manier om toeval te creëren en de ratio uit te schakelen bij de surrealisten?
A
ecriture automatique
B
simultanéité
C
drank, drugs en droommateriaal
D
cadavre exquis

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee typen schrijvers heb je in het interbellum?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past niet bij Slauerhoff?
A
Scheepsarts
B
Dadaïsme
C
Neoromantiek
D
Gekwelde dichter

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past niet bij Paul van Ostaijen?
A
Dadaïsme met o.a. De Bezette Stad
B
Doodgewoon dichter met Eerste boek van Schmoll'
C
Vlaamse beweging met Music Hall en Sienjaal
D
Neoromantisch met Een zwerver verliefd

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past niet bij Hendrik Marsman
A
Kritisch over Nietsche met übermensch
B
Latere werk traditioneler met Herinnering aan Holland
C
Vitalisme: tegen wereldvlucht en vege tranen en voor realiteits-aanvaarding en snelheid
D
Vroege werk expressionistisch en futuristisch met o.a. Paradise regained

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij Martinus Nijhoff
A
Traditioneel (sonnet) en modern (taalgevoel) zoals 'Moeder de vrouw'
B
'Kijk maar, er staat niet wat er staat.'
C
Avant-gardedichter
D
Past niet bij Forum: 'gedicht staat los van de dichter'

Slide 32 - Quizvraag

Wilde zich juist distantiëren van Avant garde
Hoe heet deze modernistische romantechniek?
(antwoord in de volgende dia)
Uit James Joyce's Ulysses , zoekt Molly slaap: 

een kwartier na wat een onaards uur denk ik dat ze net opstaan ​​in China nu hun vlechtjes uitkammen voor de dag goed binnenkort de nonnen het angelus laten luiden ze komen niemand binnen om hun slaap te bederven behalve een vreemde priester of twee voor zijn nachtkantoor de wekker naast de deur bij cockshout ratelend de hersenen uit zichzelf laat me kijken of ik kan wegdommelen 1 2 3 4 5 wat voor soort bloemen zijn de bloemen die ze hebben uitgevonden zoals de sterren het behang in Lombard Street was veel mooier het schort dat hij me gaf was als dat iets alleen ik droeg het maar twee keer beter deze lamp verlagen en opnieuw proberen zodat ik vroeg kan opstaan.                                                         

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet deze modernistische romantechniek?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de nieuwe zakelijkheid?
A
De Stijl: literatuur in een rustiger vaarwater
B
politiek, kritisch engagement
C
Functionalisme: functie boven inhoud
D
Poésy parlante

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou de kunst van de nieuwe zakelijkheid gewaardeerd worden door dictatoren?
A
ja, want het is begrijpelijk geschreven en bevat een boodschap
B
nee, de boodschap is antifascistisch en gericht op het individu
C
ja, want het is niet langer autonoom en hoort bij Blut- und Bodenliteratuur
D
nee, want het is nog steeds autonoom en dus niet gericht op de massa

Slide 36 - Quizvraag

Ontaarde kunst versus Blut-und-bodenliteratuur
Wat hoort niet bij Forum?
A
anti-autonomie (tegen Tachtigers en experimentele kunst) en engagement (stelling tegen fascisme en nationaal-socialisme)
B
vormgeving én persoonlijkheid schrijver zijn belangrijk (ventisme) een goed boek heeft iets te vertellen
C
voorkeur psychologische romans, niet autobiografisch
D
waardering van Ter Braak en Du Perron voor o.a. Elsschot, Nescio en Multatuli

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Forum had waardering voor veel auteurs. Welke opmerking klopt niet m.b.t. deze waardering?
A
Elsschot schreef ironische verhalen over de kleine man en de voor hem grote problemen.
B
Nesio schreef in een nuchter, cynisch taalgebruik dat pas door Forum weer werd gewaardeerd
C
Multatuli schreef met Max Havelaar romantisch en realistisch.
D
Nescio en Elsschot schreven toegankelijk: hun teksten waren geschikt voor een groot en ook lager opgeleid publiek

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding voor de toets
  • Zorg dat je zelf een overzicht/tijdlijn hebt van stromingen en kenmerken van stromingen in het interbellum;
  • Leer de theorie uit de syllabus;
  • Herlees fragmenten van Bint;
  • Lees de tekst van Bint  (Lexicon). Begrijp je alles? 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt niet m.b.t. De Bree?
A
De Bree heeft het meeste respect voor de klas 'de hel'
B
Wanneer de leerlingen van 'de hel' vrede willen sluiten, zegt hij nee, maar hij komt hier meteen op terug
C
De Bree is niet a-seksueel, want hij krijgt gevoelens voor To Delorm
D
Door de leerlingen dierlijke namen te geven benadrukt De Bree zijn afgunst

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt niet m.b.t. Bint?
A
Bint zorgt goed voor zijn familie.
B
Bint vindt het prima wanneer leerlingen in de klas roken
C
Bint stopt op de school, omdat hij niet meer gelooft in zijn systeem.
D
Vlak voor zijn ontslag zit Bint al stil achter zijn bureau en wankelt zacht bij het lopen.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was de hel gaan ingrijpen?
A
Klotterbooke had op verzoek van Bint de klas voor de opening van de school al opgeroepen.
B
De klas wilde graag vechten en besloot samen tegen de rest te gaan vechten.
C
4D erkent het systeem van Bint, was het systeem.
D
De klas had geen idee wat er gebeurde en deed maar wat.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de fietstocht ingekort?
A
Een leerling is fysiek te zwak voor de tocht
B
Er is een ongeluk gebeurd
C
Er komt slecht weer aan
D
Twee leerlingen zijn verdwenen

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bint: een roman van een zender
Wie is er geen zender van de boodschap?
A
Bordewijk met zijn verhaal
B
Bint met zijn systeem van orde en tucht
C
De Bree met het systeem van Bint
D
Bint met de boodschap dat het systeem toch niet werkt

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding voor de toets
  • Leer je overzicht van stromingen en kenmerken van het interbellum;
  • Leer de theorie uit de syllabus;
  • Herlees fragmenten van Bint;
  • Lees de tekst van Bint  (Lexicon).

Nu (en huiswerk voor volgende week)
Blok 1 Lezen, opdr. 1, 2 en 3
Blok 2 Lezen, opdr. 4, 7, 8 



Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies