In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H2.4 Ionen: deeltjes met een lading
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
10 min. stil werken aan:
Lezen:H2.4
Maken: 35 T/M 38,
40, 42 en 44
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Atomen streven naar edelgasconfiguratie
Dit betekent dat ze evenveel elektronen in hun buitenste schil willen hebben als het dichtsbijzijnde edelgas.
Helium: 2 elektronen
Alle andere edelgassen: 8 elektronen
Slide 5 - Tekstslide
De grootte van de lading is meestal 1, 2, 3 of 4.
De lading van een ion noteer je altijd rechts boven het symbool van het deeltje.
Elektrovalentie
Komt overeen met het aantal elektronen dat een atoom afstaat of opneemt.
Tabel 2.26 kennen!
Namen + ionen
Metaalatomen: naam metaal gevolgd door -ion LET OP! Als een metaal twee of meer elektrovalenties heeft, staat achter de naam van het metaal een Romeins cijfer.
Tabel 2.27 kennen!
Namen - ionen
Meestal de naam van het niet-metaal gevolgd door -ide. Zie tabel 2.28
LET OP! Er bestaan hierop uitzonderingen (zie tabel 2.29)
Kennen Tabel 2.28 + 2.29!
kristalrooster
Slide 6 - Tekstslide
Verder werken aan:
Maken:
35 t/m 38, 40, 42 en 44
Opdrachten uit het
werkboekje vorige les.
Slide 7 - Tekstslide
waar bestaat een zoute stof uit?
A
moleculen
B
atomen
C
positieve ionen en negatieve ionen
D
waterstofbruggen
Slide 8 - Quizvraag
Metaal ionen zijn meestal...
A
Positief geladen
B
Negatief geladen
C
Neutraal
Slide 9 - Quizvraag
Welke lading hebben de ionen in NaCl
A
1+ en 1-
B
2+ en 1-
C
2- en 1+
D
2+ en 2-
Slide 10 - Quizvraag
Dit / deze deeltje(s) zitten in de kern van een atoom.
A
protonen, neutronen
B
elektronen, neutronen
C
protonen en elektronen
D
ionen
Slide 11 - Quizvraag
Bij het ijzer 3+ - ion is er sprake van:
A
een covalentie van 3+
B
een atoom van 3+
C
een elektrovalentie van 3+
D
een molecuul van 3+
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurt er op microniveau bij het oplossen van een zout?
A
de ionen gaan harder trillen
B
de ionen laten elkaar los en gaan vrij bewegen
C
de ionen gaan in een rooster zitten
D
de zoutkorrels verdwijnen
Slide 13 - Quizvraag
Ijzer(II)oxide is opgebouwd uit:
A
Fe3+ en O2- ionen
B
Fe2+ en O2- ionen
C
Fe2+ en O2
D
Fe en O2-
Slide 14 - Quizvraag
Nogmaals de link naar het filmpje over het atoom van Sieger Kooij