7.3 Ontleedbare stoffen: enkelvoudige ionen

7.3 Ontleedbare stoffen: enkelvoudige ionen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.3 Ontleedbare stoffen: enkelvoudige ionen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kunt de ontleedbare stoffen (verbindingen) onderverdelen in moleculaire verbindingen en ionaire verbindingen (zouten).
Je kunt uitleggen hoe positieve en negatieve ionen ontstaan.
Je kunt de namen en notaties van een aantal veelvoorkomende enkelvoudige ionen geven.
Je kunt aangeven of metaalionen en niet-metaalionen positief of negatief geladen zijn.
 Je kunt benoemen dat ionaire verbindingen (zouten) verbindingen zijn tussen positieve ionen en negatieve ionen.
Je kunt de verhoudingsformule van zouten met enkelvoudige ionen opstellen.

Slide 2 - Tekstslide

Ontleedbare stoffen
Elementen zijn stoffen die je door een chemische reactie niet kunt ontleden. Als je een stof wel kunt ontleden is het een verbinding. 

Een ander woord voor verbinding is ontleedbare stof. 

Slide 3 - Tekstslide

Moleculaire verbindingen
Een moleculaire verbinding is opgebouwd uit niet-metaal atomen. 

Slide 4 - Tekstslide

Ionaire verbindingen

Deze zijn opgebouwd uit ionen. Vaak is het positieve ion afkomstig van een metaal en het negatieve ion van een niet-metaal. Dit noem je dan een zout. 

Slide 5 - Tekstslide

Ionvorming
Een ion is een elektrisch geladen atoom (+ of -). 

Dit komt omdat er tijdens een reactie elektronen worden uitgewisseld waardoor het atoom niet meer neutraal is. 

Slide 6 - Tekstslide

Enkelvoudige positieve ionen
Als een atoom 1 of meer elektronen afstaat, heeft het minder elektronen(negatief) dan protonen(positief). 
(want die waren gelijk weet je nog).

Hierdoor krijgt het atoom een positieve lading. Als het deeltje uit alleen maar dezelfde atomen bestaat noem je dit een enkelvoudig positief ion. 


Slide 7 - Tekstslide

Notatie
Hoe schrijf je dit nou op?

Als een atoom 1 elektron afstaat heeft het deeltje een positieve lading. Denk aan bijvoorbeeld Natrium. 

Dan noteer je dat als 
Na+

Slide 8 - Tekstslide

Notatie
Zink kan 2 elektronen afstaan. Hierdoor kom je op 

Chroom kan zelfs 6 elektronen afstaan. Je noteert dit als     

Metalen hebben altijd een positieve lading. 
Zn2+
Cr6+

Slide 9 - Tekstslide

Enkelvoudige negatieve ionen
Wanneer een atoom elektronen afstaat, neemt een ander deze op. Hij krijgt dan meer elektronen dan protonen. Dit atoom krijg dan dus een negatieve lading. 

Alle enkelvoudige negatieve ionen zijn niet-metaalionen. 

Chloor kan 1 elektron opnemen, je noteert dit als        
In tabel 1  op blz 29 staat een overzicht van de ladingen en namen van de meest voorkomende ionsoorten. Je moet de namen en formules uit deze tabel kennen. 
Cl

Slide 10 - Tekstslide

Romeinse notatie

1 = I
2= II
3= III
4=IV
5=V
6= VI

Slide 11 - Tekstslide

Ionaire verbindingen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Ionaire verbindingen

Chloor en Natrium kunnen met elkaar reageren tot Natriumchloride. 

Je ziet dat Na 1 elektron afstaat aan Cl. Hierna trekken Na en Cl elkaar aan en daardoor ontstaat een verbinding. De totale elektrische lading.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Verhoudingsformules
Bekijk het volgende filmpje over het opstellen van verhoudingsformules. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Moeilijk?
Bekijk het volgende filmpje. 

Te doen? 

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Is dit lastig? Dan kun je ook de volgende 2 filmpjes bekijken. 

Scheikundelessen.nl is trouwens een aanrader op YouTube. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video