In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
H9 Formules
OEFENTOETS
Slide 1 - Tekstslide
Bij de vliegafstand van een vliegtuig hoort de formule
Leg uit wat de formule betekent.
afstand in kilometers = 600 x tijd in uren.
Slide 2 - Open vraag
Bij het leeglopen van een bad hoort de formule.
Leg uit wat de formule betekent.
inhoud in liters = 900 – 75 x tijd in minuten
Slide 3 - Open vraag
Voor een taxirit betaal je een instaptarief van € 3. Per kilometer betaal je € 1,25. Bij de prijs van de taxirit kun je een formule maken. Vul de formule verder in.
prijs in euro’s = ….. + ….. x afstand in km
Slide 4 - Open vraag
Op internet kun je muziek downloaden. Anne heeft een prepaidkaart van € 20. Ze betaalt voor elk nummer € 0,07.
Vul de formule verder in:
beltegoed in euro’s = …… – …… x aantal nummers
Slide 5 - Open vraag
Anne heeft een prepaidkaart van € 20. Ze betaalt voor elk nummer € 0,07.
Gebruik de formule
beltegoed in euro’s = …… – …… x aantal nummers
Anne heeft 100 nummers gedownload.
Hoeveel is haar tegoed nu?
Slide 6 - Open vraag
Het downloaden van nummers wordt 2 cent goedkoper. Schrijf de nieuwe formule op. Gebruik hiervoor het nieuwe tegoed uit opgave b.
beltegoed in euro’s = …… – …… x aantal nummers
Slide 7 - Open vraag
Marley huurt een fiets. Hierbij hoort de formule
huurprijs in euro’s = 6 + 9,50 x tijd in dagen.
?
Slide 8 - Open vraag
Marley huurt een fiets. Hierbij hoort de formule
huurprijs in euro’s = 6 + 9,50 x tijd in dagen.
?
Slide 9 - Open vraag
Marley huurt de fiets 3 weken. Hoeveel moet zij betalen?
huurprijs in euro’s = 6 + 9,50 x tijd in dagen.
Slide 10 - Open vraag
cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
?
Slide 11 - Open vraag
cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
?
Slide 12 - Open vraag
cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
?
Slide 13 - Open vraag
Jerry heeft 11 fouten gemaakt. Welk cijfer krijgt hij?
cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
Slide 14 - Open vraag
Maud heeft een 8,0 voor haar toets. Hoeveel fouten heeft zij gemaakt?
cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
Slide 15 - Open vraag
In de tabel zie je de kosten voor het maken van uitnodigingskaarten.
Wat is het begingetal
van de tabel?
Slide 16 - Open vraag
In de tabel zie je de kosten voor het maken van uitnodigingskaarten.
Wat is het stijggetal
dat bij de tabel hoort?
Slide 17 - Open vraag
De grafiek gaat over het branden van een kaars. Wat is het begingetal van de grafiek?