In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
wiskunde samenvatting H7
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de regelmaat?
A
0
B
1
C
15
D
3
Slide 2 - Quizvraag
Er zit regelmaat in deze tabel, wat is de regelmaat?
A
80
B
2
C
15
D
7,50
Slide 3 - Quizvraag
Dit is een tabel met regelmaat. Wat is de regelmaat?
A
200
B
200 dagen 1 km
C
per dag komt er 200 km bij
D
geen regelmaat
Slide 4 - Quizvraag
Wat is regelmaat?
A
Dat er bepaalde regels zijn waar je je aan moet houden bij wiskunde
B
Dat er steeds hetzelfde bijkomt of af gaat
C
Een ander woord voor (woord)formule
D
2 lijnen die samen het assenstelsel vormen
Slide 5 - Quizvraag
Sleep de toename naar de bijbehorende tabel
Toename = -5
Toename = 2
Hierbij hoort geen regelmaat bij
Toename = 0,25
Slide 6 - Sleepvraag
Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Zet de de stappen om een grafiek te tekenen in de juiste volgorde.
timer
1:00
1.
2.
3.
Vul de tabel in.
Teken de punten uit de tabel in het assenstelsel
Teken een rechte lijn door het eerste en laatste punt. Controleer of de andere punten ook op de lijn liggen
Slide 8 - Sleepvraag
Gewicht in grammen = 220 + 35 x tijd in weken
Maak van deze woordformule een letterformule
Slide 9 - Open vraag
Maak van deze woordformule een letterformule: Kosten in € = 15 + 5 x uren
Slide 10 - Open vraag
Beltegoed = 25 - 0,5t t = tijd in minuten Tom waardeert het beltegoed op met 5 euro. Wat wort de nieuwe formule?
A
Beltegoed = 30 - 0,5t
B
Beltegoed = 20 - 0,5t
C
Beltegoed = 30 - 5,5t
D
Beltegoed = 25 - 5,5t
Slide 11 - Quizvraag
Beltegoed in cent = 730 - 5 x aantal minuten
Waar gaat deze formule over?
A
Hoeveel minuten je hebt
B
Hoeveel beltegoed je hebt
Slide 12 - Quizvraag
prijs in € = 15 + 7,50 x aantal lessen Wat wordt de nieuwe formule als de lessen €2,50 goedkoper worden.
A
prijs in € = 12,50 + 7,50 x aantal lessenbegingetal
B
prijs in € = 12,50 + 5,00 x aantal lessen
C
prijs in € = 15 + 5,00 x aantal lessen
D
prijs in € = 15 + 7,50 x 2,50
Slide 13 - Quizvraag
Schrijf de nieuwe formule op
Slide 14 - Open vraag
De foto's worden duurder. De prijs per foto stijgt met €0,05. Wat wordt de nieuwe formule?
Slide 15 - Open vraag
Wat wordt de nieuwe formule?
Slide 16 - Open vraag
De nieuwe formule is reistegoed in € = 45 - 0,16a.
Ook het verbruik verandert. Dit wordt namelijk 2 cent duurder. Wat is de nieuwe formule dan?
A
€ = 45 - 0,14a
B
€ = 47 - 0,16a
C
€ = 45 - 0,18a
D
€ = 43 - 0,16a
Slide 17 - Quizvraag
Huurprijs in € = 4 + 6u. Het vaste bedrag wordt 1 euro minder. Wat is de nieuwe formule?
Slide 18 - Open vraag
Waar vind je het begingetal in een tabel?
A
Onder het cijfer 1
B
Onder het cijfer 0
C
Kun je niet terug vinden in een tabel
Slide 19 - Quizvraag
Sleep de juiste grafiek naar de juiste formule.
Inhoud (liters) = 60 - 10t
Afstand (km)= 400 + 400t
Gewicht (kg) = 2 + 1,25t
Slide 20 - Sleepvraag
Het bedrijf Glazenwasser berekent de kosten met de formule Kosten (€) = 50 + 30t. Hierin is t de tijd in uren. Wat is het begingetal en het stijggetal?
A
Begingetal is 0 en stijggetal is 30
B
Begingetal is 30 en stijggetal is 50
C
Begingetal is 50 en stijggetal is 30
D
Begingetal is 30 en stijggetal is ook 30
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het begingetal in de grafiek?
A
15
B
0
C
1
D
40
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de regelmaat?
Slide 23 - Open vraag
Als deze tabel regelmaat heeft wat is de regelmaat dan?
A
de tabel heeft geen regelmaat
B
elk uur gaat er 3 cm af.
Slide 24 - Quizvraag
.Sleep de juiste formule naar het vak van de tabel.