Week 3 Valentijn koekjes

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Valentijn koekjes

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

• De leerling weet wat Valentijnsdag is
• De leerling kan in eigen woorden vertellen wat verborgen armoede betekent
• De leerling kan een deegpil rollen

theorie Valentijnsdag

Valentijnsdag

• 14 februari
• Extra aandacht voor geliefden
• cadeautje, kaart, bloemen

Thema geld

Verborgen armoede=arm zonder het te willen laten zien

Relatieve armoede=arm zonder genoeg eten of drinken

vaktaal

Verborgen armoede=

Vanille suiker=

Cacao= 

Ovenwant=

Tafelmes=

voorbereiding

we gaan valentijn koekjes maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Materialen

• bekken
• officemes
• tafelmes 2x
• theelepel

Materialen

• ovenrek
• bakpapier

Ingredienten

• 100 gram bloem
• 75 gram boter
• 50 gram basterdsuiker

Ingredienten

• 2 eetlepels cacao
• 1/4 theelepel vanillesuiker

uitvoeren

je gaat nu de valentijn koekjes maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

Doe het bakpapier op de bakplaat

Stap 2

Doe in je bekken:

- bloem

- boter

- basterdsuiker

- vanillesuiker

Stap 3

Snijd met de 2 tafelmessen in kleine blokjes

Stap 4

Kneed alles tot een deegbal

Rol tot een deegpil

Stap 5

Deel de deegpil door 2 gelijke stukken

Deel dit weer door 2 gelijke stukken

Stap 6

Doe 1 stukje deeg in je bekken

Snijd de rest van de deegpil in plakjes

Stap 7

Leg de plakjes deeg op het bakpapier

Druk de plakjes plat

Stap 8

Pak je bekken met het stukje deeg

Voeg de cacao toe

Stap 9

Kneed het stukje deeg met de cacao

Zorg dat het hele deeg bruin is!

Stap 10

Maak voor elk koekje een balletje met cacao deeg

Leg op elk koekje een balletje cacaodeeg

Stap 11

Druk de balletje voorzichtig plat

Stap 12

Zet de koekje in de oven

Zet een wekker voor 12 minuten!

Stap 13

Haal de koekjes uit de oven

Laat afkoelen!

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding