Week 4 Valentijn koekjes

Valentijn koekjes
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Valentijn koekjes

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
  • leerling kan het verschil uitleggen tussen bloem en meel
  • De leerling kan een deegpil rollen

Slide 3 - Tekstslide

theorie
volkoren meel= hele korrel vermalen incl vlies
meel= korrel zonder de kiem, maar met vliesje
bloem = korrel zonder vlies of kiem(wortel)
zelfrijzend bakmeel = bloem met rijsmiddel

Slide 4 - Tekstslide

theorie
griesmeel = grove tarwe => maak je couscous van
bulgur = grove gestoomde tarwe
spelt = zusje van tarwe
rogge = grijs van kleur, moeilijk brood maken
gerst = wordt bier van gemaakt
haver = wordt ook gegeten bij ontbijt


Slide 5 - Tekstslide

vaktaal
office mes= klein mes, voor kleinere groente
tafelmes = mes waarmee je aan tafel eet
pil draaien = een staaf maken
1cm = meten met lineaal
zelfrijzend bakmeel = meel met rijsmiddelen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

voorbereiding
we gaan valentijn koekjes maken. 
We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 10 - Tekstslide

Materialen
  • bekken
  • officemes
  • tafelmes 2x
  • theelepel
Materialen
  • ovenrek
  • bakpapier
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Ingredienten
  • 100 gram bloem
  • 75 gram boter
  • 50 gram basterdsuiker

Ingredienten
  • 2 eetlepels cacao
  • 1/4 theelepel vanillesuiker

Slide 12 - Tekstslide

uitvoeren
je gaat nu de valentijn koekjes maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 13 - Tekstslide

Stap 1
Doe het bakpapier op de bakplaat

Slide 14 - Tekstslide

Stap 2
Doe in je bekken:
- bloem
- boter
- basterdsuiker
- vanillesuiker

Slide 15 - Tekstslide

Stap 3
Snijd met de 2 tafelmessen in kleine blokjes

Slide 16 - Tekstslide

Stap 4
Kneed alles tot een deegbal

Rol tot een deegpil

Slide 17 - Tekstslide

Stap 5
Deel de deegpil door 2 gelijke stukken

Deel dit weer door 2 gelijke stukken

Slide 18 - Tekstslide

Stap 6
Doe 1 stukje deeg in je bekken

Snijd de rest van de deegpil in plakjes

Slide 19 - Tekstslide

Stap 7
Leg de plakjes deeg op het bakpapier

Druk de plakjes plat

Slide 20 - Tekstslide

Stap 8
Pak je bekken met het stukje deeg

Voeg de cacao toe

Slide 21 - Tekstslide

Stap 9
Kneed het stukje deeg met de cacao

Zorg dat het hele deeg bruin is!

Slide 22 - Tekstslide

Stap 10
Maak voor elk koekje een balletje met cacao deeg

Leg op elk koekje een balletje cacaodeeg

Slide 23 - Tekstslide

Stap 11
Druk de balletje voorzichtig plat

Slide 24 - Tekstslide

Stap 12
Zet de koekje in de oven

Zet een wekker voor 12 minuten!

Slide 25 - Tekstslide

Stap 13
Haal de koekjes uit de oven

Laat afkoelen!

Slide 26 - Tekstslide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 27 - Tekstslide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 30 - Tekstslide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 31 - Tekstslide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 32 - Tekstslide

schoonmaaktaken: 
  • wasbakken 1+2
  • wasbakken 3+4
  • Temperatuur meten
  • werkbank controleren
  • was vouwen
schoonmaaktaken:
  • vloer vegen
  • vloer schrobben
  • vloer trekken
  • kruidenkar
  • tafels schoonmaken

Slide 33 - Tekstslide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 34 - Tekstslide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 35 - Quizvraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 36 - Open vraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 37 - Open vraag