Week 3: EDI

Hallo ihr Lieben
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hallo ihr Lieben

Slide 1 - Tekstslide

Programm
Deze week hebben we het over de techniek van het voltooid deelwoord.
Verder overhoor ik de tweede les een aantal standaard woorden en zinnen (met het oog op de voorbereiding op het schrijfexamen).

Slide 2 - Tekstslide

Ziel:
Aan het eind van deze week:
- weet je de techniek van het Duitse voltooid deelwoord,
- kun je zinnen maken waarin je het voltooid deelwoord goed omslaat,
- weet je standaard Duitse woorden en zinnen in het bereik van groeten, beleefdheden, school-en kantoorzaken,
- kun je korte zinnen produceren waarin deze woorden terugkomen

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je dit weekend gedaan?

Slide 4 - Open vraag

Wat weet je al van het voltooid deelwoord?

Slide 5 - Open vraag

Een voltooid deelwoord gebruik je wanneer je iets in het verleden gedaan en afgemaakt/ afgerond hebt:
het is al gebeurd.

Deze vorm kun je o.a. gebruiken wanneer je verantwoording wilt afleggen.


Een standaard Duits voltooid deelwoord vorm je met de volgende componenten:

Slide 6 - Tekstslide

- persoonlijk voornaamwoord (ich, du, er, es, wir, sie, Sie)
- vorm van haben of sein (passend bij de persoon)
- van het hele werkwoord - en afhalen (stam houd je over)
- voor de stam GE- plakken
- achter de stam - T plakken

Dat ziet er zo uit:

Slide 7 - Tekstslide

Ik heb een broodje bij de Jumbo gekocht.
Kopen = kaufen
Pers.vnw.= ik = ich
Haben/ sein= habe (hoort bij ich)
Kaufen: EN eraf
Kauf= stam
Ge- ervoor
Gekauf
-T erachter
Gekauft
Ich habe ein Brötchen gekauft beim Jumbo.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1:
- Ga naar het lesmateriaal Duits in Teams.
- Open de map Week 3 les 1
- Daarin zitten een aantal oefenlinks.
- Maak de eerste link.
- Voor hulp: open het schema dat bij week 47 ondergebracht is.
- Na +- 5 minuten bespreken we jullie ervaringen

Slide 9 - Tekstslide

Du ... viel ... (lernen).

Slide 10 - Open vraag

Martin ... Nudeln ... (kochen).

Slide 11 - Open vraag

Er zijn een aantal uitzonderingsgroepen die regelmatig voorkomen. 

1: werkwoorden die na het weghalen van EN op een D/T/M/N eindigen krijgen meestal een extra E voor de eind T. Dat spreekt makkelijker.
Reden
Red
Gered ( officieel een t erachter, maar dan krijg je geredt)
GeredET
  

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2:
- Ga naar het lesmateriaal Duits in Teams.
- Open de map Week 3 les 1
- Daarin zitten een aantal oefenlinks.
- Maak de tweede link.
- Voor hulp: open het schema dat bij week 47 ondergebracht is.
- Na +- 5 minuten bespreken we jullie ervaringen

Slide 13 - Tekstslide

Du ... diese Frage richtig ... (antworten).

Slide 14 - Open vraag

2: werkwoorden waarbij de klemtoon verderop in het woord ligt.

Die krijgen GEEN GE ervoor, maar alleen een T erachter.
Installieren= ich habe installiert
Reparieren= ich habe repartiert
Bestellen= ich habe bestellt
Besuchen= ich habe besucht

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3:
- Ga naar het lesmateriaal Duits in Teams.
- Open de map Week 3 les 1
- Daarin zitten een aantal oefenlinks.
- Maak de zesde link.
- Voor hulp: open het schema dat bij week 47 ondergebracht is.
- Na +- 5 minuten bespreken we jullie ervaringen

Slide 16 - Tekstslide

Frau Eldik ... Deutsch ... (studieren).

Slide 17 - Open vraag

3: Onregelmatige werkwoorden.
Deze zijn lastig, omdat ze dus op hun eigen manier vervoegd worden. Je moet ze dus echt leren om ze te weten.

Werkwoorden die in het Nederlands onregelmatig zijn in de verleden tijd, zijn dat in het Duits vaak ook. Wanneer je zo’n voltooid deelwoord tegenkomt, buig hem dan qua vertaling een beetje naar het Nederlands. Er zijn er veel van deze variant; in je schema staan die werkwoorden die je van deze variant moet kennen.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 4:
- Ga naar het lesmateriaal Duits in Teams.
- Open de map Week 3 les 1
- Daarin zitten een aantal oefenlinks.
- Maak de 4e en 5e link.
- Voor hulp: open het schema dat bij week 47 ondergebracht is.
- Na +- 5 minuten bespreken we jullie ervaringen

Slide 19 - Tekstslide

Ich ... diese Sommer in Italien ... (sein).

Slide 20 - Open vraag

4: Scheidbare werkwoorden.

Scheidbare werkwoorden bestaan uit een voorvoegsel en een werkwoord. Bijvoorbeeld:
Abholen
Anrufen
Ausschlafen
Einstellen
Het zwart gedrukte woorddeel is het voorvoegsel.
Om dit werkwoord te gebruiken in een zin, moet je het uit elkaar trekken. Het voorvoegsel komt doorgaans achteraan de zin te staan. Het werkwoord zelf wordt alleen vervoegd (op de manier die past bij de werkwoordsoort).




Slide 21 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: einkaufen (inkopen).

Ich kaufe ein.
Bij een voltooid deelwoord plaats je normaliter ge- voor het woord en een -t achter het woord.
Ge-einkauf-t
Dit gaat bij de scheidbare werkwoorden niet op!

Je haalt eerst het voorvoegsel van het werkwoord af. Vervolgens plaats je  ge- voor het werkwoord en een -t erachter. Het voorvoegsel plak je vervolgens weer aan het begin van het voltooid deelwoord.
Ein-ge-kauf-t

Slide 22 - Tekstslide

Let op: scheidbare werkwoorden kunnen ook uit andere soorten werkwoorden bestaan. Bekijk dus altijd in welke categorie het werkwoord thuishoort alvorens je gaat vervoegen.

Ausgehen= ausgegangen
(gehen is onregelmatig).
Einschalten= eingeschaltet
(schalten is een werkwoord met een bindvocaal).

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 5:
- Ga naar het lesmateriaal Duits in Teams.
- Open de map Week 3 les 1
- Daarin zitten een aantal oefenlinks.
- Maak de derde link.
- Voor hulp: open het schema dat bij week 47 ondergebracht is.
- Na +- 5 minuten bespreken we jullie ervaringen

Slide 24 - Tekstslide

Die Studenten ... das alte Buch für ein neues Buch ... (umtauschen).

Slide 25 - Open vraag

Ich ... eine Ausbildung ... (machen).

Slide 26 - Open vraag

Du ... eine neue Technik ... (lernen).

Slide 27 - Open vraag

Wir ... noch nicht viel ... (sagen).

Slide 28 - Open vraag

Peter ... dieses Wochenende beim Jumbo ... (arbeiten).

Slide 29 - Open vraag

Ich ... gestern Deutsch ... (reden).

Slide 30 - Open vraag