1.Les Grammtik Wiederholug

1.Les Grammtik Wiederholug
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

1.Les Grammtik Wiederholug

Slide 1 - Tekstslide

1

Slide 2 - Video

00:30

A

Slide 3 - Quizvraag

das Partizip Perfekt
  • Was ist das ......?

  • Ich habe am Wochenende getanzt.
  • Ich habe heute Nacht gut geschlafen.

  • Also, wie bilden wir das Perfekt?

Slide 4 - Tekstslide

Perfekt
schwache Verben:  ge + stam + t
ge + wohn + t
starke Verben: ge + stam + en
ge + schomm + en
verben of - ieren: stam + t (gratulieren, informieren)
gratulie+t, informier+t
Verben auf d/t: ge + stam+ et
ge + antwort + et

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Als er sprake is van richting (a naar b) gebruik je:
A
een vorm van sein
B
een vorm van haben

Slide 7 - Quizvraag

timer
1:00
sein
haben
gesprochen
geschwommen
gegangen
gearbeitet
gehört
gelaufen
geschrieben

Slide 8 - Sleepvraag

Verben mit Präfix 
präfix is een voorvoegsel (vaak een voorzetsel)
In het Duits zijn dat:
ab, an, auf, aus, bei, mit, zu 
be, emp, ent, ge, ver
Sommige werkwoorden met een voorvoegsel zijn scheidbaar, andere niet

Slide 9 - Tekstslide

Verben mit Präfix 
Untrennbar - onscheidbar

präfix is een voorvoegsel (vaak een voorzetsel)
In het Duits zijn dat:
be, emp, ent, ge, ver
Bij deze voorvoegsels kun je geen -ge er tussen zetten

Slide 10 - Tekstslide

Verben mit Präfix 
Trennbar - scheidbar

präfix is een voorvoegsel (vaak een voorzetsel)
In het Duits zijn dat:
ab, an, auf, aus, bei, mit, zu 
Hier komt een -ge tussen het voorvoegsel en het werkwoord
ab+ge+fahren, abgefahren
mit+ge+nommen, mitgenommen

Slide 11 - Tekstslide

Een "scheidbaar" werkwoord is aufstehen, dat bestaat dus uit twee delen. Wat is het voltooid deelwoord daarvan?
A
geaufstehen
B
aufgesteht
C
aufgestanden
D
aufstonden

Slide 12 - Quizvraag

Een niet scheidbaar werkwoord is besuchen, dat bestaat dus uit 1 deel. Wat is het voltooid deelwoord?
A
begesucht
B
besucht
C
gebesucht
D
besuchten

Slide 13 - Quizvraag