5.3 De lever

5.3    De lever
Voorkennisvragen:
1. Welke taken van de lever kun je al benoemen?
2. Hoe heet de ader die van de darmen naar de lever toe loopt?
3. Wat is 1 van de belangrijkste redenen waarom de ader van de darmen naar de lever gaat?

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3    De lever
Voorkennisvragen:
1. Welke taken van de lever kun je al benoemen?
2. Hoe heet de ader die van de darmen naar de lever toe loopt?
3. Wat is 1 van de belangrijkste redenen waarom de ader van de darmen naar de lever gaat?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven.

Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen blz. 78 en 80
Tekstbegripvragen:
1. Wat zijn drie belangrijke functies van de lever?
2. Welke stof ontstaat bij de afbraak van rode bloedcellen?
3. Wat doet de lever met deze stof?
4. Waarom wordt mensen met bloedarmoede geadviseerd kippenlevertjes te eten?
5. Wat doet de lever met overtollige aminozuren?
6. Wat gebeurd er met gifstoffen die lever niet kan afbreken?

Slide 3 - Tekstslide

De lever
Functies bij onder andere:
- De homeostase
- Emulgeren en afbraak van bloedcellen
- Koolhydraat, eiwit- en vetstofwisseling
- Bloedsuiker 

Wat betekend homeostase?

Slide 4 - Tekstslide

De bouw van de lever
Een leverlobje is zeshoekig en 1 mm in doorsnee.
Op de hoekpunten van het leverlobje zitten aftakkingen van de leverslagader en de poortader (en de aftakkingen van de galgang).

In het midden zit de aftakking van de leverader
Waarom heeft de lever ook nog een leverader als het ook al een poortader heeft?

Slide 5 - Tekstslide

De homeostase
  • De lever voert controle uit op de samenstelling van het bloedplasma.
  • De lever zet stoffen om en door opslag en uitscheiding van stoffen zorgt het voor het interne mileu.

Slide 6 - Tekstslide

Emulgeren van vetten

  • De lever produceert gal
  • Het bevat onder andere water en galzuren
  • Opgeslagen in de galblaas
  • Gal emulgeert vetten en oliën


Slide 7 - Tekstslide

Afbraak van bloedcellen
  • De lever breekt oude en beschadigde rode bloedcellen af 
  • Hemoglobine wordt afgebroken, ijzer wordt opgeslagen de rest wordt bilirubine.

  • Bilirubine wordt via de galwegen uitgescheiden
(geeft de bruine kleur aan de ontlasting)

Slide 8 - Tekstslide

Koolhydraat stofwisseling

  • De lever kan het glucosegehalte in het bloed beïnvloeden
  • Door glucose om te zetten naar glycogeen en op te slaan
  • Of door glycogeen om te zetten naar glucose

Slide 9 - Tekstslide

Eiwitstofwisseling
De lever produceert eiwitten uit aminozuren die zijn opgenomen in de dunne darm.

Het afbreken van overtollige aminozuren:
1. de stikstofgroep wordt afgesplitst en omgezet in ammoniak
2. Ammoniak wordt omgezet in ureum
3. Ureum wordt door de nieren uitgescheden

Slide 10 - Tekstslide

Vetstofwisseling

Niet essentiële verzuren worden gevormd uit andere vetzuren, aminozuren, of monosachariden zoals glucose.

Een klein deel vet wordt in de lever opgeslagen

Slide 11 - Tekstslide

Gifstoffen
  • De lever heeft een ontgiftende werking.
  • Gifstoffen worden door de lever uit het bloed gehaald
en onwerkzaam gemaakt.

  • Een deel van de onwerkzaam gemaakte stoffen wordt
door de nieren uitgescheiden.
  • Sommige gifstoffen kunnen niet onwerkzaam worden gemaakt, een deel van deze gifstoffen wordt opgeslagen in de lever, de huid en de haren.


Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk 5.3   De lever
Opdracht 23 t/m 26

Slide 13 - Tekstslide