Basisstof 3 De lever

De lever
Basisstof 3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De lever
Basisstof 3

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
De lever is orgaan wat wij kennen 
als orgaanvlees.

Kalfslever staat op het menu bij de 
beste restaurants, maar ook in de vorm 
van leverworst of leverpastei is het verkrijgbaar.

Lever bevat veel vitamine A en ijzer maar is tegelijkertijd ook
een opslagplaats voor gifstoffen.

Slide 2 - Tekstslide

De bouw van de lever
Licht rechtsboven in de buikholte, tegen het middenrif.

Krijgt zuurstofrijkbloed van de leverslagader.

Krijgt bloed rijk aan voedingsstoffen via de poortader.

Bestaat uit leverlobjes.

Slide 3 - Tekstslide

De bouw van de lever
Een leverlobje is zeshoekig en 1 mm in doorsnee.

Op de hoekpunten van het leverlobje zitten aftakkingen van de leverslagader en de poortader (en de aftakkingen van de galgang).

In het midden zit de aftakking van de leverader

Slide 4 - Tekstslide

Homeostase
De cellen in een leverlobje nemen stoffen uit 
het bloed op of geven stoffen aan het bloed af.

De lever heeft controle over de samenstelling 
van het bloedplasma, het ontvangt immers bloed 
van de poortader (en dus de darmen).

De lever kan stoffen opslaan en uitscheiden en zorgt zo voor een constant milieu.

Slide 5 - Tekstslide

Emulgeren en afbraak van bloedcellen
De lever produceert ook het verteringssap gal.

Gal bestaat uit water en galzuren. 
De galzuren emulgeren vetten.

Geproduceerde gal gaat via de hoekpunten van 
het leverlobje, en later (de aftakkingen van) de galgang 
naar de galblaas, hier wordt het opgeslagen.

Via de galbuis kan gal afgegeven worden aan de twaalfvingerige darm.

Slide 6 - Tekstslide

Emulgeren en afbraak van bloedcellen
De lever breekt ook oude en beschadigde rode bloedcellen af.

Bij de afbraak van hemoglobine ontstaat bilirubine.

Dit wordt ook via de galwegen afgescheiden aan de darm en geeft ontlasting zijn bruine kleur.

Het ijzer wat vrijkomt bij de afbraak van de rode bloedcellen wordt opgeslagen in de lever zelf.

Slide 7 - Tekstslide

Koolhydraat-, eiwit- en vetstofwisseling
De lever kan glucose opslaan in de vorm van glycogeen.

Aminozuren bereiken de lever via de poortader.
Een deel zal gebruikt worden voor de vorming van eiwitten.


Bij een teveel aan aminozuren zal de lever deze afbreken door de stikstofgroep van de restgroep te splitsen. Dit wordt omgezet in ammoniak en daarna in ureum.

Via het bloed en later de nieren wordt ureum uitgescheiden naar buiten.


Slide 8 - Tekstslide

Koolhydraat-, eiwit- en vetstofwisseling
De lever kan niet-essentiële vetzuren maken uit vetzuren, glucose en aminozuren.
Essentiële vetzuren, nodig voor de productie van niet-essentiële vetzuren.

Slide 9 - Tekstslide

Gifstoffen
De lever heeft een ontgiftende werking.

Gifstoffen worden door de lever uit het bloed gehaald 
en onwerkzaam gemaakt.

Een deel van de onwerkzaam gemaakte stoffen wordt 
door de nieren uitgescheiden.

Een ander deel slaat de lever op (ook huid en haar).

Slide 10 - Tekstslide

Einde van de les
Dit is het einde van de les.

Je leest nu basisstof 3 door in je leerwerkboek

Daarna maak je de opdrachten 23 t/m 26.

Succes!

Slide 11 - Tekstslide