Plaats en personeel in de marketingmix

Plaats en personeel in de retailmix
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Plaats en personeel in de retailmix

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leervragen
Wat heeft plaats te maken met de retailmix?
Wat heeft personeel te maken met de retailmix?
Wat moet een goede locatie aan voldoen? 
Wat heeft personeel te maken met de prijs en service van een winkel?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide is bedoeld om de leerdoelen van de les te introduceren.
De 6 P's weet je ze nog?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?
De retailmix bestaat uit zes elementen: product, prijs, plaats en promotie, personeel en presentatie.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide is bedoeld om de marketingmix te introduceren.
Wat weet je al over de P van Plaats in de retailmix?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van Plaats
Plaats verwijst naar de locatie waar de producten worden verkocht en waar de klanten ze kunnen kopen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg de definitie van plaats uit en verduidelijk het belang hiervan in de retailmix.
Waarom Plaats belangrijk is
De plaats kan het verschil maken tussen wel of geen verkoop. De juiste locatie kan meer klanten aantrekken en meer omzet genereren.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit waarom plaats belangrijk is in de retailmix en geef voorbeelden van hoe een goede locatie kan bijdragen aan het succes van een winkel.
Locatiekeuze
Bij het kiezen van een locatie moet rekening worden gehouden met:
- de doelgroep en hun behoeften
- de concurrentie
- de toegankelijkheid
- de kosten

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf hoe de factoren die de plaats beïnvloeden de keuze van een locatie beïnvloeden en hoe deze factoren worden afgewogen bij het kiezen van een locatie.
Aanwezigheid doelgroep
Een winkel moet zo dicht mogelijk staan bij de doelgroep waar de winkel zich op richt. Zo kan een winkel met kantoorartikelen zich goed richten op een industrieterrein in de buurt van verschillende kantoren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats
Een winkel moet in de goede omgeving staan. Deze omgeving moet passen bij de winkel en bij de klant. 
De volgende omgevingen kom je veel tegen:
1. Buurtwinkelcentrum, 
2. wijkwinkelcentrum, 
3. stadswinkelcentrum, 
4. winkelgebied buiten de stad

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats
Of je als winkel kiest voor een stadswinkelcentrum of een winkelgebied buiten de stad heeft verschillende redenen. Er zijn grote verschillen tussen:
- toegankelijkheid (te voet, OV, auto) (hoe dichterbij de stad, hoe meer mensen)
- kosten (hoe verder uit de stad, hoe goedkoper)
- ruimte (hoe verder uit de stad, hoe groter)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede plek voor een Ikea?
A
Buurtwinkelcentrum
B
Stadswinkelcentrum
C
Wijkwinkelcentrum
D
Winkelgebied buiten de stad

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede plek voor de winkel G-Start-Raw?
A
Buurtwinkelcentrum
B
Stadswinkelcentrum
C
Wijkwinkelcentrum
D
Winkelcentrum buiten de stad

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Locatie concurrentie
Als concurrenten in de buurt zitten kan dat vervelend zijn voor de winkel. De klant kan immers ook bij de buren gaan winkelen. Toch ligt op de Woonboulevard Groningen de Karwei en de Gamma bij elkaar.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Waarom zou dit een voordeel voor deze winkels kunnen zijn dat ze bij elkaar liggen op de woonboulevard?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats en personeel
De plaats waar het product wordt verkocht en het personeel dat betrokken is bij de verkoop ervan, zijn nauw met elkaar verbonden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide is bedoeld om de relatie tussen plaats en personeel te introduceren.
Wat weet jij van de P van Personeel?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Personeel
Personeel verwijst naar alle medewerkers die betrokken zijn bij het verkoopproces.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide is bedoeld om het element 'personeel' in de marketingmix te introduceren.
Personeel
Het personeel bepaalt het gezicht van de winkel

  • Een winkel gericht op service verwacht ook dat het personeel goede service verleent aan de klanten.
  • Bij een winkel gericht op een lage prijs, dan is service van minder belang en zal de focus liggen op gevulde schappen en niet te lange wachtrijen bij de kassa.
  • Ook het uiterlijk van het personeel zal moeten passen bij de winkel.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Personeel van een winkel moet:
  • Service gericht zijn 
  • Passen in het verkoopsysteem van de winkel 
  • Passen bij de winkelformule 
Voorbeeld: In een luxe herenmodezaak verwacht de klant dat de verkopers goed gekleed zijn, verstand hebben van stoffen, weten welke kleuren goed met elkaar combineren en de maten kunnen opnemen om een pak te vermaken  

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personeel
Personeel als marketinginstrument....

  • Kennis → opleiding
  • Winkelformule → prioriteiten
  • Representativiteit
  • Persoonlijke verkoop → bijverkoop

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor invloed kan het personeel hebben op de prijs van het product?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar de foto. In welke winkel zou zij passen en waarom?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ashley wil een kledingwinkel gericht op jeugd tussen de 16 en 20 jaar openen. Waar kan zij het beste haar winkel openen?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten 
In It's Learning staan twee opdrachten uit het opdrachtenboekje (blz. 7). Bekijk ook alvast de opdrachten die je op stage gaat doen.

Daarnaast staan er enkele losse opdrachten op. Deze maak je ook tijdens het studielandschap.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies