Christmas

Todays Lesson
1.Christmas start 
2.Brugklas 1-I can make Christmas words in their plural form
3.Brugklas 2-I can correctly use and identify adjectives and adverbs
4. Christmas game

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Todays Lesson
1.Christmas start 
2.Brugklas 1-I can make Christmas words in their plural form
3.Brugklas 2-I can correctly use and identify adjectives and adverbs
4. Christmas game

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



                              Christmas

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CHRISTMAS

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Todays Lesson
I can write read and write Christmas e-mails

1. talk about reading- new book When the World Was Ours
2. work on letters
3.game

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you like Christmas?
Yes
No
Sometimes

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

What is your favourite
Christmas song?
Mariah Carey, "All I Want for Christmas Is You"
Wham! "Last Christmas"
Ariana Grande, "Santa Tell Me"
Band Aid, "Do They Know It's Christmas?" (1984)
John Lennon & Yoko Ono, "Happy Xmas (War Is Over)"
José Feliciano, "Feliz Navidad"
Chris Rea, "Driving Home for Christmas"
Paul McCartney, "Wonderful Christmastime"
Bert en Ernie "Ik ben een kerstbal"
Mariah Carey, "Santa Clause is coming to town"

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: plural nouns

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plural nouns

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plural Nouns:

car

A
Car
B
Cars
C
Caren
D
Cares

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals Nouns:

elf
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural Nouns:

tomato
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which one is the correct plural noun for fish?
A
Fishes
B
Fishs
C
Fishies
D
Fish

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the correct plural form of the noun: ''child''
A
Childs
B
children
C
childes
D
child's

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives and Adverbs

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADJECTIVES

Slide 15 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Adjectives
Een bijvoeglijk naamwoord (adjective) gebruiken we om iemand of iets te omschrijven

She has beautiful hair.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADVERBS

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives & adverbs

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs (bijwoord) 
beschrijt een werkwoord, een bijvoegelijke naamwoord of een andere bijwoord
Een bijwoord kan iets zeggen over een werkwoord:
- He laughs loudly.
Een bijwoord kan iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord:
- He has a remarkably loud voice.
Een bijwoord kan iets zeggen over een ander bijwoord:
- He laughs very loudly.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs of Frequency
Bijwoorden van frequentie gebruik je om aan te geven hoe vaak of weinig je iets doet of gebruikt.

I often go to the library.
She sometimes studies with me.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs of frequency
Adverbs of frequency

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies