Soorten vragen

Vragenstellen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
marktonderzoekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vragenstellen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Een enquête invullen.
- Oefenen met soorten vragen.
- Hoofdvraag of onderzoeksvraag en deelvragen bespreken.
- Met je partner starten met hoofdvraag of onderzoeksvraag en deelvragen maken

Slide 2 - Tekstslide

Enquête

Slide 3 - Tekstslide

Soorten vragen
Open vragen
Gesloten vragen
Suggestieve vragen
Controlevragen
Doorvragen
Dubbelevragen

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk een vraag waar je alleen JA of NEE kan beantwoorden!

Slide 5 - Open vraag

Gesloten vraag
Gesloten vragen stel je om feiten en details achter te halen.
Een gesloten vraag begint met een werkwoord, een veronderstelling of bestaat uit een keuzevraag.

Vraag met een werkwoord: Heb jij een fiets? Antwoord - Ja of Nee
Vraag met veronderstelling: Dus als ik het goed begrijp, ben je het wel eens met mijn visie?
Een keuzevraag: Zal ik contact met hem opnemen of doe jij dat?

Om duidelijk antwoord te krijgen op je hoofdvraag, moet je meer gesloten vragen stellen t.o.v. open vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Werkt u vanuit huis?
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quizvraag

Bent u tevreden met de maatregelen die genomen zijn?
A
Zeer tevreden
B
Tevreden
C
Ontevreden
D
Zeer ontevreden

Slide 8 - Quizvraag

Bedenk een vraag waaruit een persoon veel informatie kan geven.

Slide 9 - Open vraag

Open vraag
Door open vragen te stellen nodig je de persoon uit om meer informatie te geven.
Om juiste vragen te stellen kun je een ezelsbruggetje gebruiken!  Vragen met de 5W's en 1H
- Wie    - Waar     - Hoe
- Wat    - Wanneer    -Waarom

Aan welke eisen moet moet een open vraag voldoen?
- De vraag is neutraal
- Zo kort mogelijk
- Met het juiste vraagwoord
- Uitnodigend gesteld


Slide 10 - Tekstslide

Wat voor werk doet u?

Slide 11 - Open vraag

Wat voor maatregelen heeft u genomen om Coronavirus te beperken?

Slide 12 - Open vraag

Suggestieve vraag
Een suggestieve vraag bevat een mening, om naar een bepaalde richting op te sturen.

Vind jij dat Iphone 11 ook heel erg slecht is? JA/NEE

Vragen waarin een aanname besloten ligt

Ja: dan stem je met de gene in die de vraag stelt.
Nee: dan stem je indirect in met de bewering. 


Slide 13 - Tekstslide

Wist u dat de heer Rutte de juiste stappen heeft genomen om tegen het coronavirus te strijden?
Deze vraag stuurt je een bepaalde kant op en is dus suggestief.
Formuleer deze vraag opnieuw.

Slide 14 - Open vraag

Formuleer zelf eens een suggestieve vraag.

Slide 15 - Open vraag

Controlevraag
Een controlevraag wordt gesteld om er achter te komen of je het juist hebt begrepen.

Bent u het met mij eens dat u vaker uw handen wast dan voorheen?


Slide 16 - Tekstslide

Bent u met mij eens dat de heer Rutte juiste stappen heeft gezet?

Slide 17 - Open vraag

Doorvragen
Wanneer je een open vraag stelt, krijg je heel veel informatie, maar er zitten vaak verschillende onderdelen in. 

Ik houd van alle soorten kaas! Je hebt een duidelijk antwoord. 
Ik houd van kaas, maar niet van alle soorten kazen. Je hebt geen duidelijk antwoord.
Nu kun je een doorvraag stellen, van welke kazen houdt u?

Nu krijg je een duidelijk antwoord!

Bedenk vragen waar je duidelijk antwoord op kan krijgen!

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
Vraag: Wat doet u in uw vakantie?
Antwoord: Ik ga vaak naar Oostenrijk.
Welke vragen zou je kunnen stellen?

Slide 19 - Open vraag

Dubbelevragen
VrDubbele agen worden soms per ongeluk gebruikt. 
Je stelt in één zin twee vragen. Je krijgt dan geen duidelijk antwoord op je vraag. 

Vindt u dat de leerlingen op tijd aanwezig zijn in de les en dat ze altijd luisteren?
Je kan het beter splitsen.
Zijn de leerlingen op tijd aanwezig in de les?
Luisteren de leerlingen altijd in de les?

Zo heb je een beter beeld en is het ook makkelijker te analyseren.

Slide 20 - Tekstslide

Bedenk een dubbele vraag, vervolgens maak je er twéé vragen van.

Slide 21 - Open vraag

Hoofdvraag en deelvragen
Hoofdvraag
Deelvraag
Deelvraag
Deelvraag
Enquetevraag 1 Enquetevraag 2 Enquetevraag 3 Enquetevraag 4 Enquetevraag 5
Enquetevraag 1 Enquetevraag 2 Enquetevraag 3 Enquetevraag 4 Enquetevraag 5
Enquetevraag 1 Enquetevraag 2 Enquetevraag 3 Enquetevraag 4 Enquetevraag 5

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld
Hoe kan Zara haar concurrentiepositie verbeteren?
Wie zijn de concurrenten?
Welke doelgroep spreekt Zara aan?
Welk soort service bieden ze aan?
Enquetevraag 1 Enquetevraag 2 Enquetevraag 3 Enquetevraag 4 Enquetevraag 5
Enquetevraag 1 Enquetevraag 2 Enquetevraag 3 Enquetevraag 4 Enquetevraag 5
Enquetevraag 1 Enquetevraag 2 Enquetevraag 3 Enquetevraag 4 Enquetevraag 5

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide