1VHB - H3.6 Formule en grafiek

Hiernaast zie je
een voorbeeld
van een …..
A
Tabel
B
Grafiek
C
Formule
D
Woordformule
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hiernaast zie je
een voorbeeld
van een …..
A
Tabel
B
Grafiek
C
Formule
D
Woordformule

Slide 1 - Quizvraag

Hiernaast zie je
een voorbeeld
van een …..
A
Tabel
B
Grafiek
C
Formule
D
Assenstelsel

Slide 2 - Quizvraag

Bekijk de grafiek hiernaast goed
A
een tabel
B
een grafiek
C
een formule
D
roosterpunten

Slide 3 - Quizvraag

Waar moet je op letten bij het tekenen van een grafiek bij een formule?

Slide 4 - Woordweb

Bij het tekenen van een grafiek bij een formule is het juiste werkschema. (Sleep de acties naar de juiste plaats)

1)
2)
3)
5)
4)
Maak een tabel
Teken de horizontale as + getallen erbij
Teken de verticale as + getallen erbij
Schrijf bij de assen waar het over gaat
Teken de grafiek met potlood + Titel

Slide 5 - Sleepvraag

Welke fout zit er in de tabel?

Slide 6 - Tekstslide


Bewering 1
De letter voor het = teken komt onder in de tabel
Bewering 2
De letter achter het = teken komt boven in de tabel

A
1 is waar 2 is waar
B
1 is waar 2 is niet waar
C
1 is niet waar 2 is waar
D
1 is niet waar 2 is niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Welke fout zit er in de tabel?

Slide 8 - Tekstslide


Bewering 1
De letter voor het = teken is de horizontale as
Bewering 2
De letter boven in de tabel is horizontale as

A
1 is waar 2 is waar
B
1 is waar 2 is niet waar
C
1 is niet waar 2 is waar
D
1 is niet waar 2 is niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Welke fout zit er in de tabel?

Slide 10 - Tekstslide


Bewering 1
De letter achter het = teken komt onder in de tabel
Bewering 2
De letter onder in de tabel is verticale as

A
1 is waar 2 is waar
B
1 is waar 2 is niet waar
C
1 is niet waar 2 is waar
D
1 is niet waar 2 is niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Welke fout zit er in de tabel?

Slide 12 - Tekstslide


Bewering 1
De letter voor het = teken is de horizontale as
Bewering 2
De letter achter het = teken is verticale as 

A
1 is waar 2 is waar
B
1 is waar 2 is niet waar
C
1 is niet waar 2 is waar
D
1 is niet waar 2 is niet waar

Slide 13 - Quizvraag