Bij natuurkunde en scheikunde moet je heel precies zijn. Maar je zintuigen zijn niet zo precies. Daarom moet je bij onderzoek vaak meten. Bij meten gebruik je meetapparatuur.
Meetapparatuur is gereedschap om te meten.
Een klok, een liniaal en een weegschaal zijn meetapparatuur (afbeelding 1).
• Hoelang iets duurt, meet je met een klok.
• Hoe lang iets is, meet je met een liniaal.
• Hoeveel iets weegt, meet je met een weegschaal.
Ook een thermometer is meetapparatuur. Met een thermometer meet je hoe warm het is.