Een brander moet je in de juiste volgorde aanmaken. Begin altijd met de pauzevlam.
De brander kun je instellen op drie verschillende vlammen:
• De pauzevlam is klein en geeloranje. Je gebruikt deze als je de brander even niet nodig hebt.
• De stille blauwe vlam hoor je niet. Je gebruikt deze om iets warm te houden.
• De ruisende blauwe vlam is heel heet. Je gebruikt deze om veel te verwarmen.