Leesvaardigheid H4_tekst 'Zo word je een topper - of niet'

Leesvaardigheid H4
'Zo word je een topper - of niet'
(tekst 5 NN p. 53 e.v.)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid H4
'Zo word je een topper - of niet'
(tekst 5 NN p. 53 e.v.)

Slide 1 - Tekstslide

huiswerk voor vandaag
LEESVAARDIGHEID:
  • lezen tekst 5 'Zo word je een topper - of niet'
  • schrijf de woorden of uitdrukkingen waarvan je de betekenis niet kent op in je schrift
  • NB: je hoeft dus nog geen vragen te maken!
Huiswerk:

  • Zorg ervoor dat je de tekst 'Zo word je een topper - of niet' (p. 53 e.v.) vóór de les gelezen hebt!!  
  • Je hoeft de vragen niet te maken!

Slide 2 - Tekstslide

Noem jouw
belangrijkste
talent

Slide 3 - Woordweb

Welk(e) woord of
uitdrukking begreep je
niet?

Slide 4 - Woordweb

Beantwoord de volgende acht vragen.

NB: WACHT STEEDS MET ANTWOORDEN TOT HET SIGNAAL!

Slide 5 - Tekstslide

Wat zegt de tekst jou?

Slide 6 - Open vraag

Hoe wordt dat gezegd?

Slide 7 - Open vraag

Wat zou de bedoeling/boodschap
van de auteur zijn?

Slide 8 - Open vraag

Hoe wordt de aandacht in deze tekst getrokken?

Slide 9 - Open vraag

Wat bedoelt Anders Ericsson in
alinea 4 met 'subjectief talent'?

Slide 10 - Open vraag

'H. denkt dat iedereen een stel riemen heeft gekregen waarmee hij prima kan roeien.' (al. 16)
Wat bedoelt hij met deze metafoor?

Slide 11 - Open vraag

Welke structuur heeft deze tekst?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de hoofdgedachte van de tekst? Kies beargumenteerd uit een van de volgende antwoorden:
A
'Illusie dat iedereen door oefenen even goed kan worden.'
B
'Mooie mensen hebben meer succes.'
C
'Om topper te worden is regelmatig succesbeleving nodig.'
D
'Succes hangt o.a. af van karaktertrekken, uiterlijk en omgeving.'

Slide 13 - Quizvraag