les 2 Landbouw in Nederland

Landbouw in Nederland
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieWereldoriëntatie+2Middelbare schoolISKvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Landbouw in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De komst van landbouw in Nederland tijdlijn
  • Je kunt de kenmerken noemen van de gangbare landbouw.
  • Je kent vormen van landbouw waarbij minder stoffen worden toegevoegd aan het milieu.
  • Begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Neolithische revolutie
De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw.
5300 v.Chr.: Begin van de neolithische periode in Nederland. 
2000 v.Chr.: Einde van de neolithische periode in Nederland
Een agrarische samenleving = maatschappij waarin landbouw het middel van bestaan is.

Slide 3 - Tekstslide

Het ontstaan van de landbouw
Akkerbouw en veeteelt = landbouw.
Het ontstaan van de landbouw in de geschiedenis = landbouwrevolutie
In het begin ging het nog moeizaam waardoor mensen nog wel moesten jagen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

dieet
Een dieet is een samenstelling van voedingsmiddelen. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
- Aan het gebit kan je zien wat het dieet is van een dier

Planteneter --> plooikiezen
Vleeseter --> knipkiezen
Alleseter --> knobbelkiezen

Slide 7 - Tekstslide

Prehistorie/vroege mensheid
Het leven in de prehistorie
Hun dieet bestond voornamelijk uit wild vlees, vis, schaaldieren, eetbare planten, noten en vruchten.

Slide 8 - Tekstslide

Oudheid
Granen zoals tarwe en gerst waren de basis van het dieet. Aanvullende voedingsmiddelen waren onder andere peulvruchten, groenten zoals ui en knoflook, fruit zoals dadels en druiven, en vis. Vlees was voor de gewone bevolking minder frequent beschikbaar en werd voornamelijk geconsumeerd door de elite.
Mesopotamië en Egypte
Het dieet omvatte brood, olijfolie, wijn, groenten zoals bonen en kikkererwten, fruit zoals vijgen en druiven, vlees (vooral varkensvlees en gevogelte), vis en schaaldieren. Zuivelproducten zoals kaas en yoghurt werden ook geconsumeerd, vooral door de rijkere klassen.
Klassiek Griekenland en Rome

Slide 9 - Tekstslide

Drieslagstelsel

Slide 10 - Tekstslide

De Middeleeuwen
De Middeleeuwen 500 - 1500 N.Chr
Vroege Middeleeuwen  Het dieet was sterk afhankelijk van de sociale klasse. Rijken hadden toegang tot een gevarieerder dieet met vlees,  gevogelte, vis, zuivelproducten, granen (vooral gerst en rogge), groenten en fruit. Arme mensen leefden voornamelijk op granen, peulvruchten, groenten en soms goedkopere vormen van vlees
Late Middeleeuwen Verbeterde landbouwtechnieken leidden tot een breder dieet voor alle klassen. Naast eerder genoemde voedingsmiddelen werd suiker steeds gebruikelijker, zij het vooral voor de elite. Specerijen, kruiden en exotische vruchten werden geïntroduceerd via handel met andere continenten.

Slide 11 - Tekstslide

Vroeg-moderne tijd/19e eeuw
De ontdekking van nieuwe werelddelen en handelsroutes bracht een grotere variëteit aan voedsel naar Europa en andere delen van de wereld. Het dieet omvatte nu aardappelen, maïs, tomaten, en andere gewassen uit de Nieuwe Wereld. Industriële revolutie leidde tot urbanisatie en veranderde voedselpatronen, met meer ingeblikt voedsel en bewerkt voedsel.

Slide 12 - Tekstslide

Moderne tijd 
Het dieet is sterk geïndustrialiseerd en wereldwijd gestandaardiseerd, maar regionale verschillen blijven bestaan. Belangrijke voedselbronnen zijn granen (vooral tarwe, rijst, maïs), vlees (vooral gevogelte en varkensvlees), zuivelproducten, groenten en fruit. Fastfood en bewerkt voedsel zijn wijdverspreid, terwijl er tegelijkertijd een toenemende belangstelling is voor gezonde voeding en duurzame landbouwpraktijken.

Slide 13 - Tekstslide

Akkerbouw NU
  • Monoculturen: op een grote akker wordt 1 soort gewas verbouwd.
  • Gebruik van bestrijdingsmiddelen, omdat er veel van 1 soort gras is is er een grote kans op ziekten en plagen.

Slide 14 - Tekstslide

Akkerbouw Nadelen
  • Uitputting bodem, veel gebruik van kunstmest.
  • Mineralenboekhouding, de boeren moeten bijhouden welke mineralen er in het milieu terecht komen.

Slide 15 - Tekstslide

Intensieve veehouderij
  • Bedrijven met veel dieren en weinig grond, effectieve productie dus een lage prijs.
  • Veel bedrijven hebben een mestoverschot.

Slide 16 - Tekstslide

Intensieve veehouderij
  • Er wordt niet altijd rekening gehouden met het welzijn van dieren.
  • De dieren produceren het broeikasgas methaan.

Slide 17 - Tekstslide

tuinbouw
  • Tuinbouw in de open grond is het verbouwen van gewassen in de buitenlucht.

Slide 18 - Tekstslide

Pesticiden

Slide 19 - Tekstslide

Voorbereiding toets
Bescherming gewassen tegen ziekten en plagen
Biologisch / pesticiden
Nadelen pesticiden:
- niet selectief
- bio accumulatie
- resistentie

Slide 20 - Tekstslide

Biologische landbouw
  • Kleinschalige vorm van landbouw.
  • Geen chemische bestrijdingsmiddelen, alleen biologische middelen.
  • Dieren hebben alle ruimte.

Slide 21 - Tekstslide

Checklist
Monocultuur
Mineralenboekhouding
Precisielandbouw
Intensieve veeteelt
Intensieve tuinbouw
Glastuinbouw
Biologische tuinbouw

Slide 22 - Tekstslide