24/9: 2.2 argumentatiestructuren

Welkom!
Pak alvast: pen, papier en Nieuw Nederlands
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: pen, papier en Nieuw Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
2.2 argumentatiestructuren
Uitleg + opdrachten


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
... weet je welke argumentatiestructuren er zijn;
... kan je argumenten in een argumentatiestructuur plaatsen.

Slide 3 - Tekstslide

Standpunt of argument?
Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.

Slide 4 - Tekstslide

Feitelijk of waarderend?

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.

Slide 5 - Tekstslide

 Weerlegging/ tegenargument
  • Weerlegging: gaat in op het argument
  • Tegenargument: gaat in op het standpunt

Slide 6 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Blokjesschema dat duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
  • Onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten 
  • Nevenschikkende argumentatie = twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt (afhankelijk en onafhankelijk)


Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie 
Eén argument bij een standpunt
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
want

Slide 9 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
 Een gebruikt argument wordt door een ander argument ondersteund.
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.
want
want

Slide 10 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
  • Je vertelt nog eens extra waarom het argument klopt
  • Dus een argument voor een argument
  • = subargument of  onderbouwing

Slide 11 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
  • Onafhankelijk 
  • Ieder argument is op zich een zelfstandig argument voor het standpunt
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 12 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
  • Afhankelijk
  • Argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te ondersteunen. 
  • De argumenten werken alleen in combinatie met elkaar; los van elkaar ondersteunen ze het standpunt niet.

Slide 13 - Tekstslide

Ik vond de vakantie verschrikkelijk.
De zon scheen constant.
Ik kan niet lang in de zon zitten.

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken.
Leerlingen zullen dan hogere cijfers gaan halen.
Leerlingen leren dan goed samen te werken.
Leerlingen worden op school niet zo snel afgeleid als thuis.
Leerlingen kunnen uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.
Leerlingen mogen bij de huiswerkbegeleiding niet op hun telefoon.

Slide 15 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
  • In tweetallen: teken de argumentatiestructuur en vul de argumenten in
  • Standpunt: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
  • Argumenten:
  1. Het regende drie dagen onafgebroken. 
  2. Een flesje water kostte bijvoorbeeld 5 euro.
  3. Want het vliegtuig had vertraging. 
  4. Het was erg duur. 
  5. De hoofdact kwam niet opdagen. 
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Want het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte bijv. 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 en 3 NN H2 Argumenteren, blz. 67-69
  • Je mag samenwerken
  • Klaar? Kijk na met antwoorden in Classroom

Slide 18 - Tekstslide

Even checken
Welke vier soorten argumentatiestructuren onderscheiden we?

Slide 19 - Tekstslide

Vooruitblik
  • Volgende les: verder oefenen met opdrachten uit de methode en verder met literaire begrippen
  • Nieuwe deadline boek 1 uit + boekopdracht
  • Donderdag 24 oktober schriftelijke opdracht in de les

Slide 20 - Tekstslide