6/12: 2.2 argumentatiestructuren

Welkom!

Pak alvast: Leesboek en Nieuw Nederlands 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Pak alvast: Leesboek en Nieuw Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Lezen
2.2: argumentatiestructuren: uitleg + opdrachten


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
... weet je welke argumentatiestructuren er zijn;
... kan je argumenten in een argumentatiestructuur plaatsen.

Slide 3 - Tekstslide

Standpunt of argument?
Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]

Slide 4 - Tekstslide

Feitelijk of waarderend?

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.

Slide 5 - Tekstslide

Onderscheid weerlegging/ tegenargument
  • Weerlegging: gaat in op het argument
  • Tegenargument: gaat in op het standpunt
  • Op de toets staan beide termen (dus: 'is het een weerlegging van het argument of een tegenargument bij het standpunt?')
  • Dit onderscheid komt terug bij schrijven in havo 5

Slide 6 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een blokjesschema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
  • Onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten 
  • Nevenschikkende argumentatie = twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt (afhankelijk en onafhankelijk)


Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie 
Eén argument bij een standpunt

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
want

Slide 9 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
 Een gebruikt argument wordt door een ander argument ondersteund
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.
want
want

Slide 10 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
  • Je geeft niet alleen het argument, maar vertelt ook nog eens extra waarom dat argument klopt: 
  • Dus een argument voor een argument (Je noemt dit een subargument of een onderbouwing). 


Slide 11 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
Onafhankelijk: ieder argument is op zich een zelfstandig argument voor het standpunt

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 12 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
Afhankelijk: argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te ondersteunen. 
De argumenten werken alleen in combinatie met elkaar; los van elkaar ondersteunen ze het standpunt niet.

Slide 13 - Tekstslide

Ik vond de vakantie verschrikkelijk.
De zon scheen constant.
Ik kan niet lang in de zon zitten.

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken.
Leerlingen zullen dan hogere cijfers gaan halen.
Leerlingen leren dan goed samen te werken.
Leerlingen worden op school niet zo snel afgeleid als thuis.
Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.
Leerlingen mogen bij de huiswerkbegeleiding niet bellen, appen, twitteren etc.

Slide 15 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Standpunt: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.

Schrijf de argumentatiestructuur op:
  • Het regende drie dagen onafgebroken. 
  • Een flesje water kostte bijvoorbeeld 5 euro.
  • Want het vliegtuig had vertraging. 
  • Het was erg duur. 
  • De hoofdact kwam niet opdagen. 

Slide 16 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Want het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte bijv. 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
  • Oefen met de opdrachten uit de methode: 2.2 (naar eigen inzicht)
  • Nakijken > online methode of antwoordenboek in Classroom

Slide 18 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende les: NN 2.3 Argumentatieschema's

Slide 19 - Tekstslide