De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
- Instructie §1
- Actieve werkvorm
Na deze les kun jij:
- uitleggen wat de VOC in Oost-Indië deed
- uitleggen hoe Nederlands-Indië werd bestuurd
- het gevolg van het cultuurstelsel uitleggen
Slide 2 - Tekstslide
Wat deed de VOC in
Oost-Indië?
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) is opgericht in 1602.
- Handelsmonopolie op de handel in Azië.
- Er werd veel winst gemaakt.
- Er werden handelsposten gesticht op verschillende eilanden.
De belangrijkste handelspost was Batavia op het eiland Java.
Slide 3 - Tekstslide
Het bestuur van Nederlands-Indië
1798 gaat de VOC failliet.
De Nederlandse staat neemt het over en de kolonie krijgt een nieuwe naam: Nederlands-Indië.
Slide 4 - Tekstslide
Modern imperialisme
Rond 1800 begon het modern-imperialisme. Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika wilden veroveren om een zo groot mogelijk rijk op te bouwen.
Een groot rijk gaf aanzien
Europeanen voelden zich beter en vonden dat ze een betere cultuur hadden.
Zij vonden dat ze het recht hadden om andere volken te overheersen en wilden hun eigen cultuur verspreiden
Slide 5 - Tekstslide
Cultuurstelsel
De kolonie kostte teveel geld en daarom werd een plan bedacht.
1830 invoering cultuurstelsel
Landbouwsysteem waarbij de boeren op 1/5 van hun grond landbouwproducten moesten verbouwen die in Europa verkocht werden.
Slide 6 - Tekstslide
Gevolgen cultuurstelsel:
De beste grond moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt
Meer dan 20% afstaan + belasting (corruptie regenten)
Door cultuurproducten minder rijst: gevolg: Hongersnoden
66 dagen per jaar werken voor het Nederlands bestuur, onbetaald
Slide 7 - Tekstslide
Welke producten werden in het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout
Slide 8 - Quizvraag
Hoe groot was het percentage dat de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50
Slide 9 - Quizvraag
Wat? Maak in tweetallen een tijdlijn met de gebeurtenissen van paragraaf 1, inclusief alle fotobronnen.
Hoe? Dit doe je met pen, papier en je tekstboek.
Tijd? Kijk op de timer om de tijd in de gaten te houden.
Uitkomst? Zo leer je alvast voor de toets. De tijdlijnen lever je aan het einde van de les bij mij in.
Klaar? Je mag een samenvatting/mindmap maken van §1.