Medicatie farmacokinetiek okt 2021

Toedienen van medicijnen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Toedienen van medicijnen

Slide 1 - Tekstslide

Uitzetten van medicatie
* Controleren, observeren en registreren.
* Je moet bevoegd en bekwaam zijn om medicatie te mogen uitzetten en/of toe te dienen.
* Altijd gegevens checken van de zorgvrager, het medicijn en de manier van toediening.


Slide 2 - Tekstslide

Distribueren
* Medicatie die is uitgezet, voorverpakt ga je geven aan de zorgvrager.
* check en re-check.
* Vijf keer juist regel! 


Slide 3 - Tekstslide

vijf keer juist
1. Is dit de juiste zorgvrager?
2. Is dit het juiste medicijn?
3. Is dit de juiste dosering?
4. Is dit de juiste toedieningsvorm?
5. Is dit het juiste moment van toedienen?


Slide 4 - Tekstslide

Toedienen
* Je mag een zorgvrager niet dwingen om medicatie in te nemen, alleen bij uitzonderingen. ( IBS of RM).
* Enteraal en parenterale toediening.



Slide 5 - Tekstslide

Enteraal en parenteraal
Enterale toediening: medicatie die via de mond ( per os of oraal of de darmen (rectaal) worden toegediend. (via maag- darmkanaal)
Parenterale toediening: medicatie die buiten het maag- darmkanaal worden toegediend.


Slide 6 - Tekstslide

Enteraal
* Per os: tablet, capsule, dragee etc.
* Sublinguaal: tablet onder de tong.
* Rectaal: zetpil ( suppositoria)
Parenteraal
* Cutaan: pleisters, crèmes etc.
* Oogdruppels/oogzalf
* Neusdruppels/spray
* Oordruppels
* Vaginale medicatie
* Inhalaties
* injecties

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Absorptie
= Opname van het geneesmiddel.
Resorptiesnelheid: de snelheid waarmee de stof door de darmwand in de bloedbaan kan worden opgenomen. 
Resorptiefractie: de hoeveelheid van het toegediende geneesmiddel wat in het bloed terecht is gekomen.
( De opname kan op oudere leeftijd verminderen doordat de darmwand minder goed toelaatbaar wordt, de bloedvoorziening in de darm slechter en de peristaltiek veranderd is). 

Slide 10 - Tekstslide

Distributie
= verdeling van het medicijn in het lichaam nadat het de eerste passage door de lever heeft doorstaan. ( first pass effect)
Elk geneesmiddel heeft zijn eigen verdelingspatroon. De een richt zich op een specifiek orgaan, anderen worden verdeeld over meerdere weefsels. Bij verdeling in een specifiek orgaan kan er stapeling ontstaan. 



Slide 11 - Tekstslide

First pass effect
* Geneesmiddelen die via de mond, worden opgenomen door de maagwand of de darmvlokken, daarna gaan ze eerst door de lever, vandaar deze naam.
* Direct na opname wordt al een gedeelte van het medicijn door de lever onwerkzaam gemaakt. 
* Bij ouderen neemt de stofwisseling in de lever af, hierdoor verloopt de omzetting van geneesmiddelen iets trager.



Slide 12 - Tekstslide

Plasmaspiegel
De hoeveelheid van een geneesmiddel wat uiteindelijk in het bloed terecht komt, is afhankelijk van de dosis, de resorptie door de darm en de hoeveelheid die wordt omgezet tijdens de eerste passage door de lever. De hoeveelheid van een medicijn in het bloed wordt de plasmaconcentratie of plasmaspiegel genoemd.

Slide 13 - Tekstslide

Halfwaardetijd
= de tijd die nodig is om de concentratie in het plasma met de helft te verminderen.
Na nog eens dezelfde tijd wordt de helft van de vorige concentratie bereikt. etc. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

MEC
Minimale Effectieve Concentratie

De hoeveelheid die je minimaal moet hebben om effect te bereiken van een geneesmiddel.

Het gebied tussen de MEC en de MVC noemen we de therapeutische breedte. 
MVC
Maximale Veilige Concentratie
De maximale hoeveelheid van een geneesmiddel. Daarboven kan er vergiftiging ( toxisch) optreden of zelfs een dodelijke ( letale) afloop.
Cumulatie= ophoping. Als een middel te vaak of te snel gegeven wordt na de vorige dosis kan ophoping ontstaan. ( kan de toxische spiegel ontstaan)

Slide 16 - Tekstslide

Metabolisme
Omzetting vind plaats in de lever. Het geneesmiddel verdwijnt uit het plasma en er komen metabolieten voor in de plaats. Verlaten via de nieren of de gal en de darmen het lichaam.

Slide 17 - Tekstslide

Eliminatie
= verwijdering/uitscheiding
Dit kan plaatsvinden door metabolisme of excretie.

Slide 18 - Tekstslide

Dus
1. inname geneesmiddel
2. opname geneesmiddel ( absorptie)
3. verdeling over het lichaam ( distributie)
4. omzetting van de stof in de lever ( metabolisme)
5. Uitscheiding ( excretie)



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat ook nog belangrijk is....
* Gewenning: voor het beoogde effect zijn er steeds grotere hoeveelheden nodig van een bepaald medicijn.
* Verslaving: geestelijk of lichamelijk afhankelijk van een bepaald medicijn.
* Interactie: Voeding en geneesmiddelen kunnen elkaar beïnvloeden. 
* Resistentie: ongevoeligheid tegen een bepaald medicijn. 
* Cumulatie: ophoping van een medicijn in het lichaam.

Slide 21 - Tekstslide

Tip......
* Lees de theorie nog eens goed door. Licentie en de PDF op onderwijs online.
* Bekijk de filmpjes meerdere keren.
* Je hoeft niet alles precies te weten als je maar de logica snapt.

Slide 22 - Tekstslide