Quiz ALA 5A week 1 t/m 3
1 / 12
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
wanneer spreek je van á terme?
Bevalling begint tussen de:
Bevalling begint tussen de:
A
30ste en 35ste week
B
35ste en 37ste week
C
37ste en 42ste week
D
42ste en 45ste week
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekend G8P3
A
8 kinderen waarvan 3 overleden
B
8 zwangerschappen waarvan 3 levend geboren
C
8 zwangerschappen waarvan 3 overleden
D
8 bevallingen waarvan 3 goed zijn verlopen
Slide 3 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met primipara?
A
Eerste bevalling
B
Baby is te klein
C
Nog geen levend kind gebaard
D
Tweede of meerdere zwangerschap
Slide 4 - Quizvraag
Wat is geen juiste voedingskeuze voor een zwangere vrouw
A
Groenten en fruit
B
Rauwe ham
C
Kaas
D
Melk
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer spreken we over een prematuur?
A
Bevalling voor 40 weken
B
Bevalling voor 39 weken
C
Bevalling voor 38 weken
D
Bevalling voor 37 weken
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de medische term van overmatig braken?
A
Hyporemesis
B
Hyperemesis
C
Hipperemesis
D
Hopperemesis
Slide 7 - Quizvraag
Vanaf hoeveel weken kan er diabetes gravidarum ontstaan?
A
Vanaf 20 weken
B
Vanaf 24 weken
C
Vanaf 28 weken
D
Vanaf 32 weken
Slide 8 - Quizvraag
Wat kan een teken van pre-eclampsie zijn?
A
Weinig plassen
B
Insulten
C
Tintelingen
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste fase van een vaginale bevalling?
A
Uitdrijving-ontsluitingsweeën-latente-overgangs
B
Ontsluitingsweeën-overgangs-uitdrijving-latente
C
Overgangs-latente- ontsluitingsweeën-uitdrijving
D
latente-ontsluitingsweeën-overgangs-uitdrijving
Slide 10 - Quizvraag
Hoe kan je de overgangsfase herkennen?
A
Aan bloed verlies
B
Aan op een volgende weeën
C
Slijmprop komt los
D
Vaker plassen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is herkenbaar voor het nageboortetijdperk?
A
Placenta en vliezen worden geboren
B
Baby wordt geboren
C
Doorknippen van de navelstreng
D
Baby controleren
