Complicaties zwangerschap

Complicaties zwangerschap en kraamzorg
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Complicaties zwangerschap en kraamzorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
🌢 Afwijkende zwangerschapsduur / pre-eclampsie
🌢 Afwijkende foetale groei 
🌢 Zwangerschaps hypertensie 
🌢 Diabetes gravidarum 
🌢 Tweeling zwangerschap
🌢 Zwangerschapsvergiftiging 
🌢 Kraamzorg 

Slide 2 - Tekstslide

PPROM is de Engelse afkorting voor ‘preterm pre-labor rupture of membranes’. In het Nederlands spreken we van vroegtijdig gebroken vliezen, ofwel vruchtwaterverlies voor de zwangerschapsduur van 37 weken.


leervraag: schrijf een vraag op over zwangerschapscomplicaties waar je antwoord op zou willen hebben?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een afwijkende zwangerschapsduur? 
  • prematuur ---> < dan 28 weken 
  • serotien ---> > 42 weken 
  • immatuur  ---> <16 weken > 28 weken 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkende zwangerschapsduur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkende foetale groei

  •  Wat is een afwijkende foetale groei?
  •  Waarom groeit de baby onvoldoende? 
  •  Welke onderzoeken zijn er naar de oorzaak? 
  • Welke controles vinden er plaats?
  • Wanneer kan je het beste bevallen?
  • Wat gebeurt er na de geboorte?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een afwijkende foetale groei?
  • In het kort

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom groeit de baby onvoldoende?
De baby kan onvoldoende groeien door:
  • Onvoldoende werking van de placenta 
  • Oorzaken bij de zwangere vrouw  
  • Oorzaken bij de baby 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderzoeken zijn er naar de oorzaak?
  • GUO onderzoek (geavanceerd ultrageluid onderzoek)
  • Vruchtwaterpunctie 
  • CMV infectie  (Cytomegalovirus)

Slide 9 - Tekstslide

Als een moeder tijdens de zwangerschap een CMV-infectie heeft dan kan het virus van de moeder naar het kind worden overgedragen. Het virus kan van moeder op kind worden overgedragen via de moederkoek (placenta). Als een ongeboren kind, tijdens de zwangerschap, via de moeder wordt besmet met CMV dan wordt dit een aangeboren CMV-infectie genoemd.
Welke controles vinden er plaats?
De volgende onderzoeken zijn mogelijk?
  • Groeiecho 
  • Bloeddoorstroming navelstreng en hersenen 
  • CTG: hartregistratie 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kan je het beste bevallen?
Hangt van de.. 
  • Ernst van de groeiachterstand 
  • Conditie van de baby (gemeten met echo en CTG)
  • Zwangerschapsduur 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er na de geboorte? 
Hoelang je na de bevalling in het ziekenhuis blijft hangt af van:
  • hoeveel weken zwanger je was bij de bevalling 
  • het geboortegewicht 
  • hoe goed de baby het in de eerste uren na de bevalling doet 
  • hoe je bent bevallen (via een keizersnede of vaginale bevalling)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preterm Premature Rupture Of Membrames
  • PPROM 
  • Vroegtijdig breken van de vliezen
  •  > 37 weken



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • ontsteking in de baarmoeder
  • enzymen tasten vliezen aan 
  • vruchtwaterpunctie vroeg in de zwangerschap
  • roken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen
  • vaginale vochtverlies
  • twijfel over vochtsoort
  • onderzoek 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                            Gevolgen
  • Vroegtijdig geboorte
  • Hoog risico infectie baby
  • Verminderde ontwikkeling baby

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Diabetes gravidarum?

zwangerschapsdiabetes (tijdelijk, gaat over na de bevalling)
Ongeboren baby kan groter zijn  dan normaal
Na geboorte een hypo

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • Slechte voeding 
  • Zwangerschap (verandering in je lichaam)
  • Als je bij eerdere zwangerschap diabetes hebt gehad
  • Als je veel te zwaar bent voordat je zwanger raakt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen 
  • Veel dorst 
  • Veel plassen 
  • Een kind dat groter is dan te verwachten is op dat moment in de zwangerschap 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je doen?
  • Gezonde voeding 
  • Eet groente, fruit, bonen, noten en volkoren brood 
  • Drink geen frisdrank en vruchtensap. Eet geen witbrood, koekjes, gebak, snoep en chocola 
  • Soms zijn er ook medicijnen nodig

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij Diabetes Gravidarum:
A
Maakt het lichaam onvoldoende insuline aan
B
Maakt het lichaam te veel insuline aan
C
Maakt het lichaam glycogeen te veel aan
D
Maakt het lichaam voldoende insuline aan

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat veroorzaakt zwangerschapsdiabetes (diabetes gravidarum)?
A
Insulineresistentie door heel veel suiker eten tijdens de zwangerschap
B
Aanmaak van andere hormonen, waardoor het lichaam tijdelijk minder goed reageert op insuline en te weinig insuline aanmaakt
C
Aanmaak van hormonen, die de bèta-cellen in de lever afbreken ( zijn verantwoordelijk voor de insulineproductie)

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaginaal bloedverlies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  •  Het groeien van de bevruchte eicel in het baarmoederslijmvlies (innestelingsbloeding)
  • Seks 
  • Afwijking aan de baarmoeder 
  • Miskraam 
  • Buitenbaarmoederlijke zwangerschap 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je doen? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweeling zwangerschap

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tweelingzwangerschap
  • Meerling 
  • 36-38 weken 
  • een en twee-eiige tweelingen 
  • wanneer je 25 bent is de kans 1 op 90, wanneer je 40 bent is dit 1 op 60.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bepaalt of een eeneiige tweeling één of twee placenta’s heeft?
A
De genetische samenstelling van de ouders
B
Het geslacht van de tweeling
C
Het tijdstip van de splitsing van de bevruchte eicel
D
Voeding van de moeder tijdens de zwangerschap

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Wanneer een eicel is bevrucht, is er sprake van een zwangerschap. Twee-eiige tweelingen ontstaan uit de bevruchting van twee verschillende eicellen door twee verschillende zaadcellen. Deze kinderen delen evenveel genetisch materiaal als gewone broers en zussen. Eeneiige tweelingen ontstaan uit de bevruchting van één eicel door één zaadcel, waarna de eicel zich splitst in twee identieke delen. Eeneiige tweelingen zijn dus genetisch identiek. Dat betekent ook dat ééneiige tweelingen altijd hetzelfde geslacht hebben, terwijl twee-eiige tweelingen van hetzelfde of van verschillend geslacht kunnen zijn.
De cellen delen zich verder en er ontstaat een embryo. In de eerste drie maanden worden alle organen aangelegd in het embryo. Daarna moet alles zich verder ontwikkelen en verder groeien. Het embryo noemen we dan een foetus.

symptomen
  • misselijkheid, braken en moeheid (hevig)
  • harde buik en slecht slapen 
  •  striae
  • meer bloed bij de innesteling 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak
  • onbekende oorzaak
  •  twee eicellen die bevrucht worden 
  • erfelijkheid 
  • vruchtbaarheidsbehandeling (IFV) 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen tweeling en eenling zwangerschap
  • kortere zwangerschap tweeling ---> 4-8 weken korter 
  • gewichtstoename 11-15 kg/12-18 kg
  • kraamzorg ---> 2 uur extra 
  • borstvoeding 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klachten en complicaties 
  • hoge bloeddruk
  • groeiachterstand 
  • stuitligging
  • TTS 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwangerschapsvergiftiging
- Verzamelnaam > hypertensie
- Na 20-24 weken
- Zwangerschapshypertensie
- Pre-eclampsie
- HELLP-syndroom
- Eclampsie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HELLP-syndroom

Het HELLP-syndroom is een ernstige vorm van pre-eclampsie. HELLP staat voor Hemolyse (afbraak van de rode bloedcellen), Elevated Liver enzymes (verhoogde leverenzymen) en Low Platelets (een laag aantal bloedplaatjes).

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke organen kunnen worden aangetast bij HELLP-syndroom?
A
Lever
B
Nieren
C
Hart
D
Longen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HELLP syndroom

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eclampsie
  • Stuipen die lijken op epileptische aanvallen
  • Voor, tijdens of na de bevalling 
  • Hoge druk hersenschors
  • Kan lijden tot een hersenbloeding
  •   Pre-eclampsie is een zwangerschapsaandoening waarbij sprake is van een hoge bloeddruk in combinatie met te grote hoeveelheden eiwit in de urine of een andere orgaanstoornis.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is pre-eclampsie?
A
Vroeggeboorte
B
Zwangerschapsvergiftiging
C
Kraamvrouwenkoorts
D
Inleiden van de bavalling

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is eclampsie?
A
Suiker te kort
B
Calcium te kort
C
Suiker te veel
D
Calcium te kort

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een eclampsie kan gepaard gaan met
A
Een insult
B
Een CVA
C
Een fluxus
D
Een TIA

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen?
- Bij vermoeden naar de arts > onderzoeken
- Nog geen behandeling
- Intensieve controles> opname ziekenhuis
- Symptomatisch behandelen
- Bedrust
- Medicijnen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kraamzorg

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke landen is er kraamzorg?
A
Alle landen
B
Alleen in Nederland
C
Nederland en Duitsland
D
Nederland en Zwitserland

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kraamzorg?
A
Professionele hulp en ondersteuning voor moeder en baby na de geboorte.
B
Een kraamcadeau voor de baby.
C
Een traditioneel Nederlands gerecht.
D
Een kraamfeest voor familie en vrienden.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang duurt kraamzorg?
A
Een week.
B
Gemiddeld 49 uur verdeeld over 8 dagen.
C
Onbepaalde tijd.
D
Een paar uur.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als gezin moet je een eigen bijdrage betalen voor kraamzorg
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies