vwo 2 les van 10 december

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vendredi violet
Aujourd'hui: on fête vendredi violet. 
Hier een paar weetjes over de stand van zaken rond LHBTI+ in Frankrijk.

Slide 2 - Tekstslide

Homohuwelijk
Nederland was in 2001 het eerste land ter wereld dat het homohuwelijk toestond. 
In Frankrijk heeft dit langer geduurd en mogen mensen van hetzelfde geslacht trouwen en kinderen adopteren sinds 2013.
2 jaar eerder in 2011 stemde het Franse parlement hier nog op tegen.

Slide 3 - Tekstslide

Transwetten
In Frankrijk is het mogelijk om je geslacht te veranderen van M naar V en andersom. 
Vroeger werd transseksualiteit als een ziekte gezien, maar in 2009 was Frankrijk het eerste land dat transseksualiteit niet meer als ziekte beschouwde.

Slide 4 - Tekstslide

Non-binaire/neutrale aanspreekvormen
Non-binaire personen kunnen in het Frans uit verschillende aanspreekvormen kiezen. Veel non-binaire personen willen aangesproken worden met iel of yel. Omdat het woord iel door sommigen wordt gezien als een combinatie van de woorden il (hij) en elle (zij) is dit woord niet voor iedereen geschikt. Mensen die zich niet als man en niet als vrouw identificeren kunnen er ook voor kiezen om te willen worden aangesproken met ul, ol, ael, im, em, ille of el. 


Slide 5 - Tekstslide

Programme
  • Oefentoets en herhaling voor de toets van volgende week
  • Heb je al je huiswerk nagekeken? Nakijkbladen op teams!
  • leren voor de toets

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb je in dit hoofdstuk geleerd?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Les animaux

Slide 9 - Tekstslide

Je suis un....
A
chien
B
chat
C
canard
D
un lapin

Slide 10 - Quizvraag

Je suis.....
A
un cochon
B
un cochon d'Inde

Slide 11 - Quizvraag

les animaux
des oiseaux
un chat
un chien
un éléphant
un poisson
une tortue

Slide 12 - Sleepvraag

Le vocabulaire de la maison

Slide 13 - Tekstslide

C'est quoi?
A
le jardin
B
le salon
C
la chambre
D
la cuisine

Slide 14 - Quizvraag

Comment on dit "de woonkamer"?
timer
0:30

Slide 15 - Open vraag

C'est quoi?
A
Une chambre
B
Un salon
C
Une salle de bains

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

C'est quoi?
timer
0:30

Slide 18 - Open vraag

Traduis les phrases
Vertaal de zinnen

Slide 19 - Tekstslide

Traduis:
Comment elle s'appelle?
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

Traduis:
On aime regarder la télé
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Traduis:
Tu as des frères et des soeurs?
A
Heb jij neefjes en nichtjes?
B
Heb jij ooms en tantes?
C
Heb jij een broer en een zus?
D
Heb jij broers en zussen?

Slide 22 - Quizvraag

Traduis:
Parfois, elle est pénible
A
Soms is ze schattig.
B
Soms is ze vermoeiend.
C
Soms is ze lastig.
D
Soms is ze lief.

Slide 23 - Quizvraag

Grammaire

Slide 24 - Tekstslide

Vervang "Paul" door een persoonlijk naamwoord:Paul est français.
timer
0:35

Slide 25 - Open vraag

Paul et Magalie sont frères et soeurs.
.............zijn broer en zus.
A
Elles
B
Ils
C
Elle
D
Il

Slide 26 - Quizvraag

Magalie est très grande.
...... est très grande.
timer
0:25

Slide 27 - Open vraag

Wat is l'adjectif qualificatif?

Slide 28 - Woordweb

Waar staat het bijvoegelijk naamwoord in een franse zin?

Slide 29 - Open vraag

Welke bijvoegelijk naamwoord staan altijd voor het z.n.?
timer
1:00

Slide 30 - Open vraag

Welke zin klopt?

A
La maison est grandes.
B
La maison est grande

Slide 31 - Quizvraag

Welke zin klopt?
A
Mon frère est petits.
B
Mon frère est petite.
C
Mon frère est petit.

Slide 32 - Quizvraag

Vertaal:
De nieuwe hond
timer
0:30

Slide 33 - Open vraag

Vertaal:
Het blauwe huis
timer
0:30

Slide 34 - Open vraag

Wat kan je deze les verder doen?
  • Huiswerk nakijken: antwoordbladen op teams
  • lessonup grammaire chapitre 2 maken 
  • online oefentoets maken
  • leren voor de toets (oefen/overhoor jezelf op Quizlet of SS) 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide