Om 'gegeten' te krijgen haal je -er van manger af
Dat is bij ALLE werkwoorden op -er!
Bijv.: donner = geven
gegeven = donné
Uitzonderingen:
être = été (geweest)
avoir = eu (gehad)
vouloir = voulu (gewild)
faire = fait (gedaan/gemaakt)
prendre = pris (genomen)
dus:
ik heb gehad= j'ai eu
ik heb gedaan/ gemaakt= j'ai fait