De ene leerlingen gebruikt een X, de ander een O. Om beurten zet je een X of een O in een vakje.
Je hebt gewonnen als je drie op een rij hebt. Horizontaal, verticaal, diagonaal is goed.
Slide 4 - Tekstslide
Ronde 2
Kies een nieuwe tegenstander; dit moet gemixt!
Jongens en meisjes door elkaar
Slide 5 - Tekstslide
Vier-op-een-rij
Speel het spel zoals dit in het echt ook zou gaan!
Rondjes die je in kleurt vallen altijd op de laatste plek! Je mag geen zwevende rondjes in kleuren.
Heb je vier rondjes op een rij dan heb je gewonnen. Dit kan horizontaal, verticaal en diagonaal.
Slide 6 - Tekstslide
Ronde 3
Zoek iemand waar je eigenlijk nooit mee samenwerkt
Slide 7 - Tekstslide
Kamertje-verhuur
Verbind 2 puntjes met een horizontaal of verticaal streepje. Kun je het vakje dichtmaken dan zet de eerste letter van je naam in het vakje. Degene die aan het eind van het spel de meeste vakjes hebben wint!
Slide 8 - Tekstslide
Ronde 4
Kies een nieuwe partner! Geen eisen, iemand waar je nog mee hebt gewerkt vandaag.
Slide 9 - Tekstslide
Galgje
1 van het tweetal verzint een woord, de ander moet erachter komen welk woord dat is.