fictie C familie les 2

Welkom!

Ga direct naar je eigen plek en laat je tafel leeg! (geen spullen)

timer
2:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga direct naar je eigen plek en laat je tafel leeg! (geen spullen)

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • opening/welkom
  • Pecha Kucha
  • evaluatie Pecha Kucha
  • nakijken opdracht 2 en 3 blz. 180-181
  • maken opdracht 3 en 4 blz. 181-183

Slide 2 - Tekstslide

Pecha Kucha
Ik zie je aandachtig kijken. 
Je bent stil. 


Slide 3 - Tekstslide

Pecha Kucha
PowerPoint, voorbereiding, inhoud, presenteren, lichaamshouding
Wat ging goed?

Welke tip heb je?


Slide 4 - Tekstslide

Pak je spullen!
leesboek
lesboek blz. 180-181
schrift opdracht 2 (fictie C)
pen

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen fictie

Ik maak kennis met enkele boeken over het thema familie. 

Ik weet wat er bedoeld wordt met:

  • hoofdpersoon
  • karaktereigenschap
  • uiterlijke kenmerken

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1 blz. 180
1.  alleen
2. samen
3. 
4. 
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Aant. bij blz. 181-183

Hoofdpersonen leer je goed kennen in een boek. Daarom kun je je goed inleven in een hoofdpersoon.                                                                

                                   - wat zij/hij denkt of voelt  

                                   - wat zij/hij zegt en doet

Hoofdpersoon:   - karaktereigenschappen: hoe iemand is (bijv. verlegen, 

                                    zelfverzekerd, slordig, lui, rustig)

                                   - uiterlijke kenmerken: hoe zij/hij eruit ziet (bijv. lang,  

                                      slank, bruine ogen) 

                                   - waar, hoe en met wie zij of hij woont


                                      




Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 180-181
  1. Opi Kas bedoelt daarmee dat hij bijna dood gaat
  2. ‘Familiebanden’ betekent dat je bij elkaar hoort als je familie van elkaar bent (en dat je voor elkaar moet zorgen).
  3. Nee, want Linde kent opi Kas niet eens.
  4. eigen antwoord + uitleg
  5. eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ja, want opi Kas vindt het vast fijn om bij zijn familie te zijn. Nee, want opi Kas wil waarschijnlijk liever in IJsland blijven.
  6. eigen antwoord + uitleg
7 eigen antwoord + uitleg


Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken 

Maak opdracht 3 en 4 op blz. 181 - 183








timer
30:00

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 181-182
  1. Joeri
  2. eigen antwoord
  3. eigen antwoord, bijvoorbeeld: Stefan heeft een moord gepleegd / heel veel geld gestolen / iemand in elkaar geslagen
  4. Joeri: trouw, vasthoudend. moeder Joeri: bazig, oneerlijk
  5. eigen antwoord


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 4
  1. eigen antwoord, bijvoorbeeld: blond haar, gewoon postuur, blank
  2. eigen antwoorden
  3. Waarschijnlijk is ‘het Geheim’ iets wat met de scheiding heeft te maken, bijvoorbeeld iets wat zijn vader of moeder heeft gedaan.


Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk

Leren aant. bij blz. 181 - 183 Hoofdpersoon, karaktereigenschappen en uiterlijke kenmerken


Maken:

Opdracht 3 en 4 blz. 181-183





Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen fictie

Ik maak kennis met enkele boeken over het thema familie. 

Ik weet wat er bedoeld wordt met:

  • hoofdpersoon
  • karaktereigenschap
  • uiterlijke kenmerken

Slide 14 - Tekstslide