Formatieve toets h2

Welke zin is onjuist?
Karel V en Filips II wilden:

A
de macht van de regering in Brussel vergroten.
B
van de Nederlanden een koninkrijk maken.
C
het protestantisme met strenge straffen uitroeien.
D
dat iedereen in de Nederlanden katholiek bleef.
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Welke zin is onjuist?
Karel V en Filips II wilden:

A
de macht van de regering in Brussel vergroten.
B
van de Nederlanden een koninkrijk maken.
C
het protestantisme met strenge straffen uitroeien.
D
dat iedereen in de Nederlanden katholiek bleef.

Slide 1 - Quizvraag

Wat gebeurde er tijdens de Beeldenstorm in 1566? In katholieke kerken werden beelden vernield door:
A
calvinisten en rijke burgers.
B
calvinisten en arme arbeiders.
C
arme arbeiders en edelen.
D
arme arbeiders en rijke burgers

Slide 2 - Quizvraag

Wat was het gevolg van de Beeldenstorm?
A
Filips II stuurde de hertog van Alva met een leger.
B
Willem van Oranje deed een inval in de Nederlanden.
C
De Watergeuzen veroverden Den Briel.
D
Holland en Zeeland stonden godsdienstvrijheid toe.

Slide 3 - Quizvraag

Welk antwoord geeft een oorzakelijk verband aan met de Beeldenstorm?
A
Alva en zijn opdracht tegenover ketters
B
Margaretha van Parma en haar maatregelen tegen de Beeldenstorm?
C
De terugkomst van calvinisten door de versoepelde maatregelen
D
Katholieke kerken die door de hagenpreken protestants worden

Slide 4 - Quizvraag

De Beeldenstorm was in?
A
1566
B
1568
C
1572
D
1576

Slide 5 - Quizvraag

Wat werd besloten bij de Pacificatie van Gent? Alle gewesten besloten:
A
samen te werken en het verschil tussen katholiek en protestant even geen aandacht te geven
B
Spanje de oorlog te verklaren.
C
Willem van Oranje tot Heer van de Nederlanden aan te stellen.
D
Filips II niet langer als koning te erkennen.

Slide 6 - Quizvraag

Welk jaartal hoort bij de Pacificatie van Gent?
A
1575
B
1576
C
1578
D
1579

Slide 7 - Quizvraag

De eerste actie in de Opstand was:
A
De Verovering van Den Briel
B
De inval van Willem van Oranje in Nederland
C
Het beleg van Leiden
D
De slag bij Nieuwpoort

Slide 8 - Quizvraag

Dit hoort bij de volgende vraag
 ‘Iedereen weet dat een Prins van een land door God is aangesteld als hoofd over zijn onderdanen,’ luidde de eerste zin van de Acte van Verlatinghe, ‘om te beschermen tegen al het ongeluk, overlast en geweld zoals een herder zijn schapen beschermt.’ 

Slide 9 - Tekstslide

Welke mening wordt in deze eerste zin uit slide 12 onder woorden gebracht?
A
Filips de Tweede zou de Nederlanden moeten beschermen
B
Willem van Oranje zou de Nederlanden moeten beschermen
C
Alva zou de Nederlanden moeten beschermen
D
De hertog van Parma zou de Nederlanden moeten beschermen

Slide 10 - Quizvraag

Wat werd onder andere bepaald bij de Vrede van Munster?
A
De Republiek kreeg het gehele gewest Vlaanderen erbij.
B
De Republiek zou geen pogingen doen om de zuidelijke gewesten alsnog te veroveren.
C
De zuidelijke gewesten en de Republiek zouden ieder slechts één godsdienst toestaan.
D
Er mochten geen beeldenstormen en ketterverbrandingen meer plaats vinden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een gevolg op lange termijn van de Tachtigjarige Oorlog?
A
Nederland wordt calvinistisch, want iedereen is calvinist?
B
In Nederland zijn de gewesten zelfstandig, want dat zijn ze nog?
C
De Schelde blijft dicht, want de handel gaat nog steeds naar Amsterdam?
D
Nederland wordt een zelfstandige staat met een eigen bestuur?

Slide 12 - Quizvraag

➤Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 13 - Sleepvraag

➤Koppel aan elk cijfer het juiste woord.
In de Middeleeuwen werd de Bijbel met [.........1.........] overgeschreven. Na de uitvinding van de [.........2.........] hoefde dat niet meer. Boeken konden nu met behulp van een [.........3.........] gedrukt worden. Daardoor werden Bijbels goedkoper en konden meer mensen er zelf een kopen én lezen. Bijbels werden nu ook in de taal van het volk gedrukt. Protestanten als [.........4.........] en [.........5.........] waren hier blij mee.
drukpers
boekdrukkunst
de hand
Luther
de paus
Karel de Grote
kopieermachine
schrijvers
de bisschop
Calvijn
printer
moeite

Slide 14 - Sleepvraag

Bij welke hervormer(s) hoort de predestinatieleer?
A
Alleen bij Calvijn
B
Alleen bij Luther
C
Zowel bij Calvijn als bij Luther
D
Bij de Katholieke kerk

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar? De brief met 95 stellingen die Luther op de kerkdeur spijkert is een aflaat?
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 16 - Quizvraag

Wie zou deze uitspraak kunnen hebben gedaan?
A
Luther.
B
De Paus.
C
Een protestant.
D
Willem van Oranje.

Slide 17 - Quizvraag


Lees de zes zinnen (A-E).
Noteer de letters A-E in de juiste tijdsvolgorde.

A
C-B-A-D-E.
B
C-D-A-B-E.
C
E-D-A-B-A.
D
C-D-B-A-E.

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een .....
A
Protestantse kerk.
B
Katholieke kerk.

Slide 19 - Quizvraag