8.2 Machten en 8.3 Decimale getallen

8.2 machten
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.2 machten
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

Slide 1 - Tekstslide

Programma 

  • Start
  • Lesdoel
  • Terugblik
  • Uitleg 8.2
  • Aan de slag
  • Afsluiting





Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les..


.. kun je de volgorde bij bewerkingen op de juiste manier noteren.

.. weet je wat kwadraten zijn en kun je hiermee werken.

.. weet je wat een macht is.




Slide 3 - Tekstslide

Sleep de bewerkingen naar de goede plek.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
 ( )
  x
 +
  :
  -
  x2

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide


Wat is een ander woord voor deling?

Slide 6 - Open vraag

Uitkomsten van bewerkingen
Som       optelling, plus + 
Verschil   aftrekken, min -
Product   vermenigvuldiging x
Quotiënt  deling :



Slide 7 - Tekstslide

Sleep de bewerkingen naar de goede plek.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
  x2
 ( )
  x
 +
  :
  -

Slide 8 - Sleepvraag

Vragen over het huiswerk?

Slide 9 - Woordweb

Volgorde bij berekeningen
Stappenplan
  1. Haakjes wegwerken
  2. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  3. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help mij van donvoldoende af!
8 x (2 + 3) + 2 =
8 x 5 + 2 =
40 + 2 = 42

Slide 10 - Tekstslide


Bereken:
7 x (23-4) + 13 x 8 =

Slide 11 - Open vraag

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



32=

Slide 12 - Tekstslide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



32=
De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 moet je uit je hoofd kennen! Noteer deze nu voor jezelf in je schrift!

Slide 13 - Tekstslide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



(21)2=
De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 moet je uit je hoofd kennen! Had jij ze allemaal goed? Verbeter ze anders!

Slide 14 - Tekstslide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

            








Slide 15 - Tekstslide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging 
van gelijke factoren.

Het berekenen van machten 
heet machtsverheffen.

            







Slide 16 - Tekstslide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Voorbeeld
                is een vermenigvuldiging van vier gelijk factoren
je kunt het korter schrijven als:                       .









2222=24
2222
Vermenigvuldigingspunt = 

Slide 17 - Tekstslide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Uitspraak 
"twee tot de vierde"  of  "twee tot de macht vier"








Slide 18 - Tekstslide

Machten

Slide 19 - Tekstslide


Bereken opgave 18c
11 x (6²-5²) =

Slide 20 - Open vraag

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 21 - Tekstslide

8.3 Decimale getallen
Decimale getallen optellen
       0,3 + 0,6 = 0,9
       1,9 + 0,15 = 2,05

Decimale getallen aftrekken
      4,6 - 0,8 = 3,8
      2,48 - 1,53 = 0,95

Slide 22 - Tekstslide

Bereken de volgende som:
2,48 - 0,13

Slide 23 - Open vraag

Bereken de volgende som:
1,9 + 1,8

Slide 24 - Open vraag

Vermenigvuldigen met een kommagetal

5 x 0,3 = 
5 x 3 = 15
5 x 0,3 = 10 keer zo klein dus 1,5

Slide 25 - Tekstslide

nog een voorbeeld
0,8 x 3  =
8 x 3 = 24
0,8 x 3 =  is tien keer zo klein dus 2,4

Slide 26 - Tekstslide

Bereken de volgende som:
6 x 0,7=

Slide 27 - Open vraag

Bereken de volgende som:
8 x 0,3 =

Slide 28 - Open vraag

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 1: de komma blijft op dezelfde plek (0 nullen). 
          5 x 1 = 5
vermenigvuldigen met 10: de komma gaat één naar rechts (1 nul).
          5 x 10 = 50
Vermenigvuligen met 100: de komma gaat twee naar rechts (2 nullen).
          5 x 100 = 500

Slide 29 - Tekstslide

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 0,1: 
De komma gaat één naar links (1 getal achter de komma)
         0,1 x 5 = 0,5
Vermenigvuligen met 0,01: 
De komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)
         0,01 x 5 = 0,05

Voorbeeld: 0,4 x 2. Dit betekent dat je twee keer de 0,4 hebt. 

Slide 30 - Tekstslide

Bereken de volgende som:
0,01 x 8500 =

Slide 31 - Open vraag

Bereken de volgende som:
10 x 0,023

Slide 32 - Open vraag

Tabel gebruiken voor vermenigvuldigen

Slide 33 - Tekstslide

Bereken de volgde sommen met behulp van een tabel in je schrift.
Als je hem af hebt maak je een foto en stuur je die via teams.
A) 3 x 17,2 =
B) 4 x 16,3 =
C) 6 x 12,1 =

Slide 34 - Tekstslide

Terugblik breuken



Vereenvoudigen
Teller en noemer door het zelfde getal delen. 
Zo klein mogelijk maken.


breuk=noemerteller

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag

Maak: paragraaf 8.2 en 8.3 

Bekijk je planner om te zien welke opdrachten je moet maken.


Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






timer
15:00

Slide 36 - Tekstslide


Ik heb de stof van deze les  ... begrepen.
A
helemaal
B
een beetje
C
niet helemaal

Slide 37 - Quizvraag

Huiswerk
Maken: paragraaf 8.2 af!
Volg hierbij je eigen leerroute.

Leer de kwadraten uit je hoofd!!

Slide 38 - Tekstslide