Psychiatrie deel III (impulsstoornissen, verslaving en eetstoornissen)

Psychische ziektes deel III
De leerdoelen van deze les zijn:

  • Ik kan het woord ‘impulsstoornis’ uitleggen en weet een voorbeeld te noemen.
  • Ik weet verschillende vormen van ‘verslavingen’ te benoemen.
  • Ik weet verschillende vormen van ‘eetstoornissen’ te benoemen.
  • Ik weet in de praktijk deze psychiatrische ziektes te herkennen.


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Psychische ziektes deel III
De leerdoelen van deze les zijn:

  • Ik kan het woord ‘impulsstoornis’ uitleggen en weet een voorbeeld te noemen.
  • Ik weet verschillende vormen van ‘verslavingen’ te benoemen.
  • Ik weet verschillende vormen van ‘eetstoornissen’ te benoemen.
  • Ik weet in de praktijk deze psychiatrische ziektes te herkennen.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulsstoornissen
Zijn stoornissen in de impulsbeheersing waarbij de persoon geen of weinig beheersing heeft van zijn natuurlijke impulsen (aandrang en lust).  Iedereen heeft een ingebouwde 'rem' om te voorkomen dat er problemen ontstaan door al te impulsief gedrag. 
Wie een stoornis van de impulsbeheersing heeft, mist deze rem en is niet in staat zijn impulsen in goede banen te leiden. 
Denk maar aan kleptomanie (de "zucht" om te stelen) of pyromanie
(de "zucht" om vuurtje te stoken en dingen in brand te steken).

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verslaving
Mensen die verslaafd zijn, missen ook een rem. Ze hebben een onweerstaanbare behoefte om middelen te gebruiken.
Verslaving betekent afhankelijkheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verslavingen ken jij?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de animatie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg kort uit wat er gebeurde in de animatie

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fases van het ontstaan van verslaving
  1. Kennismaking
  2. Experimenteren
  3. Gewoontegebruik
  4. Problematisch/schadelijk gebruik
  5. Verslaafd

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je allemaal verslaafd aan raken?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Indeling Drugs
Verdovend
Opwekkend
  • Cafeïne
  • Nicotine
  • Cocaïne
  • Amfetamine
  • XTC¹
  • Anti-depressiva

Verdovend
  • Alcohol
  • Heroïne

  • Cannabis
  • Slaapmiddelen
  • Kalmerings-middelen
  • Anti-psychotica
Bewustzijnsveranderend
  • XTC²
  • Cannabis
  • LSD
  • Paddo’s
  • Lachgas

Indeling van Drugs

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een verslaving
  • Als je niet meer zonder een middel kunt, lichamelijk of psychisch 
  • Steeds meer nodig hebt van een bepaald middel om hetzelfde effect te        bereiken.
  • Ontwenningsverschijnselen krijgt als je niet gebruikt.                      Lichamelijke verschijnselen zoals zweten of trillen. Geestelijke            verschijnselen zoals onrustig zijn of in paniek raken als je het middel niet    gebruikt.
  • Meer dan de helft van de dag bezig bent met het gebruik door erover te denken, het te verkrijgen of daadwerkelijk te gebruiken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken jij mensen in je omgeving die verslaafd zijn?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Problemen bij een verslaving
  • gezondheidsproblemen
  • gedragsproblemen
  • sociale problemen
  • geldproblemen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korsakov
De oorzaak van het syndroom van Korsakov is een ernstig gebrek aan vitamine B1. Deze vitamine is nodig voor een goede werking van de hartspier en het zenuwstelsel en dus ook de hersenen. In Nederland komt de ziekte voornamelijk voor bij mensen die verslaafd zijn aan alcohol. Als gevolg van zelfverwaarlozing, langdurig slecht eten of zelfs het volledig stoppen met eten komen zij vitamines tekort, waaronder vitamine B1.

Mensen met Korsakov hebben de volgen symptomen:

Geheugenverlies
Moeite met tijd en plaats
Moeite om personen te herkennen.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoornissen
Mensen die een eetstoornis hebben, kunnen soms ook hun impulsen niet beheersen. Ze eten te veel of juist te weinig of slaan door in de manier waarop hun lichaam en gewicht beleefd wordt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een eetstoornis?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Beschadiging slokdarm (bij braken)
  • Verlaagde weerstand en verminderde spierkracht
  • Uitdroging
  • Nierbeschadiging
  • Tanderosie (bij braken)
  • osteoporose
  • verandering in bloeddruk (te hoog of te laag)
  • Hartfalen
Mogelijke lichamelijke gevolgen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  • Anorexia nervosa
  • Boulimea nervosa
  • Binge eating disorder*
  • ARFID
  • Orthorexia

Slide 17 - Tekstslide

anorexia nervosa: iemand met anorexia nervosa is heel mager maar heeft een enorme angst om dik te worden. Dat leidt tot het vermijden van eten of zeer weinig eten.
boulimia nervosa: iemand met boulimia nervosa heeft regelmatig vreetbuien. Door te braken of laxeermiddelen te slikken voorkomt iemand om zwaarder te worden
eetbuistoornis: ook wel binge eating disorder genoemd. Dit lijkt op boulimia nervosa, maar dan zonder het schadelijke compensatiegedrag, zoals braken en gebruik van laxeermiddelen.
vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (ARFID): iemand met ARFID vermijdt hardnekkig bepaalde voeding of eet consequent veel te weinig vanwege een bepaalde afkeer, gebrek aan interesse of slikangst. Hierdoor raakt iemand ondervoed.
orthorexia: mensen met orthorexia zijn geobsedeerd door gezond eten. Hierdoor wordt steeds selectiever gegeten en steeds meer voedingsmiddelen vermeden. Daardoor kan iemand ondervoed raken. In tegenstelling tot bovengenoemde eetstoornissen, is orthorexia geen officieel erkende ziekte. 
Jan heeft een vreetbui en na het eten braakt hij.
Welke eetstoornis is dit?
A
Anorexia
B
Boulimia
C
Binge eating disorder
D
Anorexia & binge eating disorder

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan iemand die overgewicht heeft ook ondervoed zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
Drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van anorexia nervosa?
A
Negatieve zelfbeeld
B
Angst om dik te worden
C
Perfectionist
D
Angst om af te vallen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drugs worden via het bloed door het lichaam verspreid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boulimia kan ook lichamelijke klachten veroorzaken. Welk voorbeeld hoort hier niet thuis?
A
Slechte tanden
B
irritatie van de slokdarm
C
Darmproblematiek
D
Hoog ijzergehalte

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is Korsakov te voorkomen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is Korsakov te genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot:
De wereld van psychiatrische ziektes is heel groot en breed, we kunnen in 3 lessen lang niet alles vertellen.

Heb je zelf last van psychische klachten of wil je meer weten? Vraag om hulp, bij de zorg coördinator, je zorgdocent of stap naar de huisarts voor een verwijzing.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies