Week 22 Much Many A lot of (th)

Quantifiers: Much Many A lot of
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quantifiers: Much Many A lot of

Slide 1 - Tekstslide

Lesson aims

At the end of the lesson I can use much, many, a lot of correctly. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveelheden 
much, many, a lot of   =   veel 

Many = bij telbare zelfstandig naamwoorden (countable)
Much = bij ontelbare zelfstandig naamwoorden (uncountable)
A lot of = bij bevestigende zinnen
         

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
Are there many (veel) children outside?
I have not got many (veel) questions

We are not having much (veel) fun.
Does he have much (veel) money?

He has a lot of (veel) friends


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Are there ... (veel) books in the library ?
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 6 - Quizvraag

Jimmy hasn't got ... (veel) money in his wallet.

A
much
B
many
C
a lot of

Slide 7 - Quizvraag

We have ... (veel) time left.

A
much
B
many
C
a lot of

Slide 8 - Quizvraag

There are ... (veel) cities in de world.
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 9 - Quizvraag

Do we have ... (veel) homework for next week?

A
much
B
many
C
a lot of

Slide 10 - Quizvraag

Time to practice what we have learnt.

Klik hier om te oefenen met much, many, a lot of.


Slide 11 - Tekstslide

Ik kan much, many and a lot of correct gebruiken.
A
Ja
B
Nee
C
Bijna
D
Een beetje

Slide 12 - Quizvraag

1. Wanneer gebruik je much?
2. Wanneer gebruik je many?

Slide 13 - Open vraag