H2 - week 10 - woordenschat H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

- Stillezen

- Uitleg woordenschat H3

- Zelf aan de slag

Doel van de les:

- Je maakt zelf de woordenlijst van H3

- Je kunt uitleggen welke woorden een vast voorzetsel hebben.

Inhoud deze les:

Stillezen

Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Woordenschat H3

Geef twee voorbeelden van voorzetsels

Verschillende woorden komen altijd voor met een vast voorzetsel:

Afhangen van              Afrekenen met/ afrekenen bij

Genieten van               Rekenen op

Houden van                 bang zijn voor

Verslaafd zijn aan        Lijstje met voorzetsels

Vaste voorzetsels 

Voorzetseluitdrukking: combinatie die altijd hetzelfde is en niet op een andere manier gebruikt kan worden.

Door middel van  → door, met

In verband met → door, wegens

Vaste voorzetsels - voorzetseluitdrukking

Zet op de plaats van de puntjes een voorzetsel dat in de zin past.

Hij houdt heel erg ... aardbeien.

Zet op de plaats van de puntjes een voorzetsel dat in de zin past.

Hij rekent ... jou met het eten.

Zet op de plaats van de puntjes een voorzetsel dat in de zin past.

Hij is ontzettend bang ... spinnen.

Zet op de plaats van de puntjes een voorzetsel dat in de zin past.

... ingang ... vandaag is de weg afgesloten. (komma)

Vul een passende voorzetseluitdrukking in:

In het najaar werd er […] het 200-jarig bestaan van het koninkrijk een groot aantal festiviteiten georganiseerd.

Vul een passende voorzetseluitdrukking in:

[…] de hevige sneeuwval ligt het openbaar vervoer vrijwel plat.

Welk voorzetsels pas in de zin?

Een andere naam [...] suikerziekte is diabetes.

Veel mensen waren het niet eens [...] het wetsvoorstel van de regering.

Alle fietsers worden 's avonds [...] de politie gecontroleerd [...] hun fietsverlichting.

door

in

met

naar

om

op

van

voor

Wat:

- Woordenschat H3 - hele leerlijn

Let op:

Maak de vragen over vaste voorzetsels zo dat je deze woorden in het vervolg goed doet. De voorbeelden uit de vragen kunnen in de toets terugkomen.

Voor de opdrachten over de woordenlijst  geldt hetzelfde.

Wanneer:

Deze week

Aan de slag: