§1.3 Democratie maakt plaats voor fascisme - Deel 3

§1.3 Democratie maakt plaats voor fascisme
Deel 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Democratie maakt plaats voor fascisme
Deel 3

Slide 1 - Tekstslide

Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Wat concentratiekampen zijn
  • Wat vernietigingskampen zijn
  • Wat de Holocaust is
  • Wat de Duitse rassenleer inhield
  • Welke discriminerende maatregelen de Nazi's namen

Slide 3 - Tekstslide

Het nieuws van 27 januari 1945
Lees het nieuwsartikel over 75 jaar geleden (link)
Het gaat over de bevrijding van Auschwitz
Let bij het lezen op de volgende vragen:
- Wat was het doel van Auschwitz?
- Wie waren vooral de slachtoffers?
- Noem twee manieren waarop slachtoffers stierven
- Wat zag Jurij Ilinskij tijdens de bevrijding van het kamp?

Slide 4 - Tekstslide

Auschwitz
Auschwitz was een concentratie- en vernietigingskamp
De Nazi's bouwden het in Polen
Het belangrijkste doel was "minderwaardige" mensen doden
Er zijn ongeveer 1.1 miljoen mensen gestorven
Dit zegt misschien weinig, maar als je al die mensen achter elkaar legt krijg je een rij van Rotterdam naar Kiev, Oekraïne. 1870 kilometer.
Concentratiekamp: Een kamp waar (politieke) vijanden in worden opgesloten
Vernietigingskamp: Een kamp met als doel om zoveel mogelijk mensen te doden (moordfabriek)

Slide 5 - Tekstslide

Filmpje
Auschwitz van boven
Let erop hoe gigantisch groot deze moordfabriek was

Slide 6 - Tekstslide

7

Slide 7 - Video

00:02-00:18
Het spoor
Hier kwamen de gevangenen aan. Op het hoogtepunt 15.000 per dag. De meesten waren binnen een uur dood.

Slide 8 - Tekstslide

00:21-00:30
De barakken
Dit zijn de overblijselen van de barakken. In iedere barak zaten 1200 mensen.

Slide 9 - Tekstslide

00:35-00:43
De toegangspoort
Hier kwamen gevangenen binnen. op de poort staat "werk maakt je vrij". Als je jezelf doodwerkt, ben je vrij.

Slide 10 - Tekstslide

00:50-01:00
Auschwitz 1
Het kamp bestond uit twee delen. Auschwitz 1 (werkkamp) en Auschwitz 2-Birkenau (dodenkamp).

Slide 11 - Tekstslide

01:07-01:20
Binnenplaats tussen barak 10 en 11
Het rechtergebouw was de gevangenis (voor de overtreders van regels). Op de binnenplaats werden mensen geëxecuteerd. De ramen waren dicht, maar iedereen kon de schoten horen. Angst was ook een wapen van de Nazi's. 

Slide 12 - Tekstslide

01:57-02:06
Prikkeldraad
De Nazi's gebruikten prikkeldraad om de gevangenen binnen te houden. Het hek stond onder stroom. Als je het aanraakte, stierf je. Ook lagen er mijnen. Toch probeerden mensen het.

Slide 13 - Tekstslide

02:09-02:21
Auschwitz 2-Birkenau
Dit was het dodenkamp. Hier gingen mensen heen om te sterven. Velen werden vergast. Per dag konden wel 8000 lijken verbrand worden

Slide 14 - Tekstslide

De Holocaust
De grootste misdaad van de Nazi's was de moord op de joden
In de oorlog hebben ze ongeveer 6.000.000 joden vermoord
Ze wilden het volk uitmoorden, oftewel genocide plegen
Deze genocide noemen we de Holocaust
Het is een combinatie van het Griekse woord genos (ras, natie of volk) en het Latijnse caedere (vellen, doden, vermoorden).

Slide 15 - Tekstslide

Het leven in een kamp
Eten
Het eten was niet voedzaam en er was te weinig van. Per dag kregen gevangenen:
- 180 gram brood (vermengd met zaagsel)
- 1 deciliter water (ongeveer 2 slokken)
- Een stukje suikerbiet
- Een theelepel boter
Soms kreeg je een bruine vloeistof die doormoest als koffie of soep wat eerder warm water was
Slapen
In de barakken stonden stapelbedden. Ieder stapelbed had 3 bedden. In ieder bed sliepen 3-4 mensen. Per stapelbed dus 9 tot 12 mensen. Ze sliepen op het hout of met vlooien en luizen gevuld hooi.
Werken
Als je niet werd vermoord, moest je werken. Je had goede baantjes, zoals kok of het uitzoeken van spullen (je kon dan vaak extra eten krijgen) en slechte baantjes, zoals werken in de mijnen of het crematorium.

Slide 16 - Tekstslide

Filmpje
Het opruimen van de lichamen
Let op, vervelende beelden!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Maar waarom?
De Nazi's geloofden dat alle 'rassen' met elkaar in oorlog waren
Volgens hun rassenleer was het Germaanse ras superieur
Alle andere rassen waren minderwaardig en moesten worden uitgeroeid

Slide 19 - Tekstslide

Discriminatie van joden
Volgens de Nazi's waren de joden het slechtste ras
Door dit rascisme deden ze dan ook discriminerende dingen
Voor de oorlog wilden ze dat joden vertrokken
In de oorlog probeerden de nazi's alle joden uit te roeien
Joden mogen niet:
- Een ambtenaar zijn
- Trouwen met het Germaanse ras
- Wonen in bepaalde wijken
- Eten in bepaalde restaurants
- Zwemmen in bepaalde zwembaden
- Een winkel beginnen
- Met het Germaanse ras naar school

Slide 20 - Tekstslide

Filmpje
Jodenhaat voor de oorlog

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Filmpje
Jodenhaat tijdens de oorlog

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 14.3
Week van 4 oktober eerste les repetitie H1

Slide 26 - Tekstslide