Rij 1: meer of minder realistisch, realismelijn, fictie, leeservaring beschrijven (blz 16 en 17).
Rij 2: vertelperspectief, personage beschrijven, (blz 18 en 19).
Rij 3: verzonnen en waargebeurde verhalen, werkwoord tijden in verhalen, schrijven vanuit één persoon.