2C 5.6

5.5 besproken
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen welke argumenten de evolutietheorie bevestigen
Uitleg 5.6

Biologie
25 juni
Aan de slag met 5.5 en 5.6
Lessonup
Bs. 5 en 6 maken
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.5 besproken
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen welke argumenten de evolutietheorie bevestigen
Uitleg 5.6

Biologie
25 juni
Aan de slag met 5.5 en 5.6
Lessonup
Bs. 5 en 6 maken

Slide 1 - Tekstslide

Moeilijke woorden
Fossielen: Versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in steen.
Sedimenten: Afzettingslagen van zand- of kleideeltjes. 
Reconstructie: Een voorstelling maken van hoe het organisme eruit heeft gezien. 
Rudimentaire organen: Organen die nu niet meer gebruikt worden. 

Slide 2 - Tekstslide

embryonale ontwikkeling

Slide 3 - Tekstslide

Gen voor blond haar van jouw moeder, gen van zwart haar van jouw vader
A
Allel
B
Allelenpaar

Slide 4 - Quizvraag

Wat verander je?
Tattoo
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 5 - Quizvraag

Het genotype komt tot stand wanneer:
A
je wordt geboren
B
er bevruchting is geweest

Slide 6 - Quizvraag

1 baby van de eeneiige tweeling heeft het syndroom van down, heeft de andere baby het dan ook?
A
Ja
B
Nee
C
Hoeft niet per se

Slide 7 - Quizvraag

Wat is reductiedeling?

Slide 8 - Open vraag

Lastige vragen
Regels: 
1. Ik zet de vraag op het bord.
2. Jij leest de vraag en bedenkt voor jezelf een antwoord (je mag het opschrijven)
3. Na 10 seconden kies ik iemand uit die het antwoord mag geven

Slide 9 - Tekstslide

Lastige vragen
Hoeveel chromosomen zitten er in een eicel van een mens?

Slide 10 - Tekstslide

Lastige vragen
Een cel is gedeeld in 2 andere cellen, waar is die eerste cel heen?

Slide 11 - Tekstslide